17
terij bespannen worden, die het eerst met de beide Seebatal-
jons uit Duitschland te Tientsin was aangekomen, ten einde die
batterij in de gelegenheid te stellen zoo spoedig mogelijk naar
Peking te marcheeren; zelfs officieren, kader en trompetters
bereden toen muildieren. De later aangevoerde paarden werden
bij de volgende veldbatterij, den trein en de cavalerie ingedeeld,
en al werden uit deze van alle kanten bij elkander gehaalde,
voor een deel onafgerichte paarden, lang geen ideale bespan
ningen en cavalerie verkregen, zoo was de uitslag toch bedui
dend gunstiger dan men mocht verwachten en in elk geval voor
't doel voldoende.
De Fransche expeditionnaire troepen uit Tonkin hadden
slechts muildieren medegenomen voor de bergbatterijen; aan paar
den had men de bijzonder kleine Annamietische paardjes bij zich
voor de officieren en het kader der batterijen en de bereden
officieren bij den staf en de infanterie.
Bij den trein behielp men zich aanvankelijk uitsluitend met
â– Tapanneesche koelies. De Britsch-Indische troepen waren in dit
opzicht het best uitgerust, voor de cavalerie en de veldartillerie
waren alle paarden mede overgevoerd, terwijl men voor den
treindienst muildieren bij zich had. De Italianen hadden uit Europa
muildieren en paarden medegenomen, doch met het oog op de
geringe sterkte van het expeditionnaire korps in betrekkelijk
gering aantal.
De Amerikaansche cavalerie was met hare paarden grooten-
deels uit de Philippijnen overgekomen, terwijl men voor den
trein muildieren uit Amerika had aangevoerdde Bussen beschik
ten voor hunne ruiterij over aangevoerde Oost-Siberische- en ko-
zakkenpaarclen terwijl bij den trein hoofdzakelijk kozakkenpaarden
en Chineesche muildieren de Russen hadden zich het eerst
meester gemaakt van de muildieren, die in en om Tientsin nog te
krijgen waren dienst deden. De Japanneezen eindelijk gebruik
ten uitsluitend paarden, zoowel voor rij-, trek- als lastdieren.
In 't geen men aan dieren voor den treindienst te kort kwam
en dit bleek bij de meeste legers heel wat te zijn werd aan
vankelijk voorzien, door de manschappen te doen dragen en
werken; toen langzamerhand Chineesche koelies beschikbaar
kwamen, vielen deze in, en tegen het einde van September
Dl. I, 1902. 2