109 gemaakt, doordat zelfs de grootste beschikbare vaartuigen en er waren er slechts enkele zoo rank gebouwd waren, dat men er zich slechts met groote voorzichtigheid in kon bewegen, wilde men geen gevaar loopen om te kantelen en te verdrinken in de snelstroomende rivier. Het karbouwenpad was, voor zoover het van uit Poelciu Gadong verkend werd, gebleken zoo steil en moeielijk te zijn, dat het, vooral ook door zijn geringe breedte (een man in front) en het ondoordringbare bosch aan weerszijden, zich weinig eigende voor den marsch eener ten aanval oprukkende troepenafdeeling. Op grond van deze overwegingen besloot de expeditiecomman dant den volgenden morgen eene verkenning te maken op den linkeroever van de Kampar met het doel, zich van de juistheid van de ontvangen mededeelingen te overtuigen. De verkenning had plaats onder dekking van 2 officieren en 50 bajonetten van de bezetting van Poelau Gadong (de overige troepen waren nog niet aangekomen). Bij dit detachement werden ter vervanging van de genietroe pen, die nog in de nabijheid van Moeara Mahat aan het werk waren, en bij gemis aan dwangarbeiders 50, alleen met het kapmes bewapende, inlandsche fuseliers ingedeeld. Ongeveer 2 paal oostwaarts van Poelau Gadong zag de spits een tweetal mannen uit de V. Kota in een sampan op de rivier liggen, blijkbaar om wacht te houden. Zij vluchten bij het zien der troepen. Omstreeks 11 uur voormiddag werden op ongeveer 300 Meter zuidwaarts van Kandang Aloewan twee onbezette borstweringen van dikke rondhouten gevonden. Achter beide waren stellingen voor het plaatsen van twee lilla's aangebracht. Blijkbaar waren deze borstweringen bestemd om de rivier onder vuur te houden. De medegenomen gidsen wezen hier het hiervoor besproken, naar Koewo leidende, pad aan, zoodat het doel der verkenning was bereikt 1) en tot terugkeer werd besloten. 1) Later is gebleken, dat dit pad volstrekt niet naar Koewo leidde, maar dat het op circa 200 Meter tea Noorden van Kandang Aloewan bij de rivierversper- ring aan den rivieroever weder uitkwam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 261