112 Aangezien de bedoelde V Kotaërs bij ondervraging bleken te zijn personen zonder eenigen rang in het adatbestuur en zonder volmacht van de hoofden van hun land, werd op hun voorstel niet ingegaan, maar aan Soetan di Atas bevolen zijn zegslieden mede te deelen, dat ieder uit de V Kota komend persoon, die zich met een witte vlag aanmeldt, te woord zal worden gestaan, en weder vrijelijk naar zijn land kan terugkeeren. Yolgens van verschillende zijden ingekomen berichten moest op den linkeroever van de Kampeerop korten afstand stroom afwaarts van de op 21 Augustus gevonden borstweringen, een belangrijke versterking liggen. De expeditiecommandant besloot daarnaar een onderzoek in te stellen en tegelijkertijd het door Ma Amin beschreven voet pad op den rechteroever te verkennen en het pad op den lin keroever zooveel mogelijk te verbeteren. Daartoe werd den 23en Augustus uitgerukt met 100 bajonet ten benevens 1 mandoer en 25 dwangarbeiders. De versterking werd gevonden. "Verdedigers waren er niet in. Zij was even onbeduidend als die, welke den 21en Augustus- waren gevonden, alleen was deze wat grooter. Het voetpad op den rechteroever werd gevonden en over een afstand van ruim 300 Meter verkend. De door Ma Amin gegeven beschrijving bleek tot zoover juist te zijn 1). Omstreeks 12 uur (middag) van dien dag kwam het laatste echelon der expeditie (artillerie, cavalerie, een ambulance, 312 dwangarbeiders van Sawah Loento en 76 van Fort de Koek) te Poelau Gadong aan. Te 4^ uur namiddag kwam daar ook aan de luitenant-kolonel intendant J. H. de Sauvagedie op last van den Commandant van '1) Later is bijeen door den Chef van den Staf gemaaakte verkenning geble ken, dat men hier van een voetpad feitelijk niet kan spreken. Het was een pad, dat vroeger gediend had bij het zoeken naar boschproducten of tot verbinding met eenige ladangs in het gebergte. Het was nu weder geheel dicht gegroeid en slechts voor een Maleier met de parang in de hand te begaan. Of het tot Poelau Taro doorliep, werd betwijfeld. In ieder geval had het geen waarde, en kon men zich even goed een geheel nieuw pad door het boseh kappen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 264