114
Hij bracht eenen ongeteekenden brief, die geschreven zou
zijn door de hoofden van Koewo en die gericht was aan het
Larashoofd van Batoe Besoeratden penghoeloe kapala en de
penghoeloes van Poelau Gadong.
In dien brief werd medegedeeld, dat de „toewan besar" (waar
nemend Gouverneur van Sumatra's Westkustindien deze te
Koewo wilde komen, door de bevolking zou worden ontvangen.
De brief werd, als ongeteekend en niet in behoorlijken vorm
opgesteld, aan den overbrenger teruggegeven en hem medege
deeld, dat aan dit stuk om die reden geen waarde werd gehecht.
Hij informeerde daarop op welke wijze de hoofden van Koeioo
moesten kenbaar maken, dat zij zich wilden onderwerpen.
De expeditiecommandant deed hem hierop mededeelen, dat
de hoofden van Koewoals zij zich wilden onderwerpen, zich
nog dienzelfden dag gezamenlijk met een witte vlag in het bivak
Poelau Gadong hadden te melden en zond daarop den boodschap
per terug.
In de plannen voor het uitrukken op den volgenden dag werd
geen wijziging gebracht, omdat vermeend werd, dat geen tijd met
onderhandelen mocht worden verloren en den vijand geen gele
genheid mocht worden gegeven om, door eene schijn-onderwerping
van Koewotijd te winnen voor eventueele plannen tot verzet
Wilde men zich werkelijk onderwerpen, dan kon dit even goed
gebeuren na als vóór het binnenrukken der V Kota.
Bovendien zou het opmarcheeren der troepen zeer zeker eenen
gunstigen invloed uitoefenen op het besluit van hen, die nu nog
weifelden, wat zij zouden doen.
In den avond van dien dag, omstreeks 7 uur, kwam het La
rashoofd van Batoe Besoerat nog mededeelen, dat hij bericht had
gekregen, dat de hoofden der V Kota dien nacht een inval zou
den doen in ons gebied en Batoe Besoerat verwoesten, weshalve
hij om hulp verzocht.
Een dergelijke inval, terwijl men wist, dat de expeditionnaire
troepen in de nabijheid waren en de kans groot was, dat deze
de V Kota binnenrukkende den invallers den terugtocht naar
hun land zouden afsnijden, zou zoo brutaal zijn, dat het geheele
verhaal moest worden beschouwd als een verzinsel van den,
om zijn vreesachtigheid bekenden, toewankoe laras.