117 Omstreeks 6 uur Y. M. was de geheele troepenmacht op den linkeroever opgesteld en kon worden opgerukt. Tegen 8 uur Y. M. werden door de spits eenige prauwen, voorzien van een witte vlag en met een twintigtal personen bemand, waargenomen op de rivier ter hoogte van de op de schetskaart aangegeven zandbank Talang Aboe. De prauwen werden aangeroepen en hen gelast aan den oever te komen. Door den Chef van den Staf met een patrouille verkend, deelden ■de opvarenden mede, dat zij de hoofden van Koewo waren en naar Poelau Gadong gingen om den expeditiecommandant hunne onderwerping aan te bieden. Zij werden daarop voor den expeditiecommandant gebracht, die zoo goed mogelijk hunne identiteit deed vaststellen, hen er op deed wijzen, hoe zij door hun eigen daden de komst der troepen aan zich zelf te wijten hadden en vervolgens de aan geboden onderwerping voorloopig aannam. Zij verklaarden omtrent de gezindheid van de overige vier landschappen van de V Kota niets te weten. Deswege ondervraagd deelden zij mede, dat nóch op den rechter- nöch op den linkeroever der rivier een eigenlijk gezegd voetpad bestond en dat men, wilde men langs de oevers verder mar- cheeren, zich een pad zou moeten kappen, wat, met het oog op de rotsachtige gesteldheid van de dichtbegroeide, steile oevers, zeer moeielijk zou gaan. De ladangs in het bosch waren onderling niet door paden verbondenelke ladang had zijn eigen voetpad dat aan de rivier begon en recht tegen het gebergte op naar het doel voerde. Het eigenlijk vlakke en goed begaanbare terrein begon eerst bij Paloentjoean Tonggak. Zij verklaarden verder een voldoend aantal prauwen te bezitten om de troepen van hun tegenwoordig opstellingspunt daarheen te vervoeren en waren ook bereid zulks te doen. De expeditiecommandant besloot op deze mededeelingen ■den Chef van den Staf met 50 bajonetten en de twee voor naamste hoofden (1) van Koewo vooruit te zenden, ten einde de (1) Een hunner, Datoe Padoeka Toewaneen der voornaamste hoofden van Koewo, die in de geheele V Kota eenen grooten invloed uitoefent en steeds

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 269