132 Op verschillende punten was het pad blijkbaar zelfs geveegd- Overal werden klappers aangeboden, voor sommige soerau's had men zelfs 50 en meer van die vruchten voor den troep gereed gelegd. Ongeveer 10 uur V. M. kwam de colonne te Santoel aan. Aangezien de expeditiecommandant met de hoofden nog eenige regelingen omtrent het inleveren van wapens en de tegen 31 Augustus uitgeschreven groote vergadering met de hoofden der V Kota wenschte te treffen, deed Zijn HoogEdelGestrenge een groote rust houden en begaf zich met den assistent-resident en den Chef van den Staf naar de aan de overzijde van de ri vier, in de kampong Tandjoeng Baroelakgelegen balai. Men hoopte hier ook een ontmoeting te hebben met den be kenden Hadji Ismaëldie, naar men zeide, in de nabijheid woonde. Hoewel opgeroepen, verscheen hij niet; naar men beweerde was hij naar Siak vertrokken. Terwijl men zich nog met de hoofden van Aer Tiris in de balai be vond, verschenen daar de gezamenlijke hoofden van Roembio om den expeditiecommandant hunne Onderwerping aan te bieden. Zij werden ontvangen, hunne onderwerping voorloopig aange nomen en met uitzondering van een tweetal, dat de colonne tot gids zou dienen, naar hun land teruggezonden met last nabij den passar en kampong Poelau Pajoeng de noodige huizen voor logies van den troep te doen ontruimen. Te ruim 1 uur N. M., nadat was gekookt en gegeten, werd van Santoel verder gemarcheerd naar Pakan Roembiowelke plaats te 4| uur N. M. werd bereikt. De troepen werden gelogeerd in de missigit, de balai en eenige omliggende woonhuizen. De vijf landschappen van de V Kota Kampar waren nu be zocht door de troepen, die overal goed waren ontvangen; de hoofden hadden zich allen voorloopig onderworpen. Men mocht dus aannemen, dat het doel der expeditie aanvan kelijk was bereikt en kwam het er nu op aan tot eene defini tieve regeling van den toestand over te gaan. Daarom waren alle hoofden der vijf landschappen tegen den 31en Augustus naar Pakan Bangkinang opgeroepen tot het hou den eener groote vergadering, waarin hun de eischen der Ne- derlandsch-Indisehe Regeering zouden worden medegedeeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 284