135 schen dan van het juk der V Kota bevrijd te raken en daaiom de „kompenie," waarvan zij steun verwachtten, met open armen zouden ontvangen. Uit dit alles volgde, dat het niet noodig was op de komst van Radja Tambang te wachten, maar dat men reeds nu kon aan nemen, dat de V Kota zich aan het Nederlandsche gezag had den onderworpen. Daarom droeg de expeditiecommandant den assistent-resident Schaap op om, zooals mondeling reeds vroeger was overeenge komen, zich met de voornaamste hoofden (de vijf poetjoeks der V Kota en Radja Kamparden volgenden dag naar Poelau Gadong te begeven, ten einde den waarnemenden Gouverneur van Suma tra's Westkust, die zich daar reeds sedert 28 Augustus bevond, mededeeling te gaan doen van de verkregen resultaten en Zijn HoogEdelGestrenge uit te noodigen naar Pakan Bangkinang te komen, ten einde definitief de onderwerping der VKota te aan vaarden. De reis geschiedde per prauw zonder dekking, slechts vergezeld van enkele gewapende volgelingen. De uit alles blijkende goede geest der bevolking, de op de rivier onder gewapend geleide varende transporten, de bezetting van Poelau Balai en de zich langs de rivier bewegende troepen, maakten bijzondere veiligheidsmaatregelen overbodig. De assistent-resident Schaap kwam in den namiddag van den len September te Poelau Gadong aan. Den 2en September ontving de waarnemend Gouverneur van Sumatra's Westkust met eenig ceremonieel de hoofden der V Kota en Radja Kampardie de reeds te Pakan Bangkinang gedane toezeg gingen herhaalden en vergiffenis vroegen, ZijnHoogEdelGestrenge uitnoodigende hun land te bezoeken en daar de vei dei noodig geachte regelingen te treffen. Den volgenden dag (3 September) vertrok de waai nemende Gouverneur van Sumatra's Westkust met den assistent-resident Schaap en verder gevolg per prauw naar Pakan Bangkinang. Ook deze reis had feitelijk plaats zonder dekking. 1 Europeesch sergeant en 4 inlandsche fuseliers, die den vorigen avond over land van Poelau Balai waren gekomen en te vermoeid waren om te voet weder naar hunne te Pakan Bangkinang gele-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 287