140
Ten einde naar behooren te kunnen voldoen aan den last van
punt 15 zijner instructie Bijlage N.\ achtte de expeditiecom
mandant het noodzakelijk persoonlijk een bezoek te brengen aan
Teratak Boeloe om aldaar de toestanden op te nemen.
Ook de waarnemende G-ouverneur van Sumatra's Westkust
wenschte die plaats te bezoeken.
Voor zoover men op het oogenblik over de toestanden in de
V Kota kon oordeelen, was het alleszins voldoende, wanneer op
dien tocht eene kleine dekking b.v. van een peloton infanterie
werd medegenomen.
Het werd echter wenschelijk geacht van deze gelegenheid ge
bruik te maken tot eenig militair machtsvertoon in de te be
zoeken streken, waar nooit een Europeaan den voet had gezet en
daarom werd besloten eene geheele compagnie als dekking mede
te nemen.
De waarnemende Gouverneur wenschte de reis per prauw te
maken, wat in 2 dagen stroomafwaarts kon geschieden.
De troepen met hunne vivres enz. eveneens per prauw te ver
voeren, zou bezwaarlijk gaan, wilde men niet te veel prauwen
aan het verkeer tusschen Kota Baharoe en Pakan Bangkinang
onttrekken en daardoor de geregelde aanvulling van het voor
de expeditie benoodigde in gevaar brengen.
De marsch van Pakan Bangkinang naar Teratak Boeloein aan
merking genomen, dat van af Tambang door het oerbosch een
pad zou moeten worden gekapt, werd op 4 dagen gerekend.
Daarom werd besloten de dekkingscompagnie reeds den 4en
September van Pakan Bangkinang te doen afmarcheeren en haar
voor 10 dagen vivres mede te geven, die met het keukenper-
soneel en het kookgereedschap per prauw zouden worden ver
voerd.
Den eersten dag moest zij naar Pakan 'Roembio marcheeren
en den tweeden dag doorgaan naar Tambang om aldaar den
expeditiecommandant in te wachten, die den 5en September met
den waarnemende» Gouverneur van Pakan Bangkinang zou af
reizen.
Omstreeks 6J uur N. M. van den 4en September ontving de
expeditiecommandant te Pakan Bangkinang een schrijven van
den Militairen Commandant van Sumatra's Oostkustgedateerd