144 vendien veel handelsgeest in de bevolking zit, bleek den volgenden dag, toen de colonne op het eerst twee dagen oude pad een kudde- karbouwen ontmoette, die blijkens mededeeling van de drijvers naar Pakan Baroe werd gebracht om ze daar te verkoopen. Het pad zou belangrijk kunnen worden verbeterd door de kreekjes en soengei's, die door omgevallen boomen versperd worden, en grootendeels dichtgegroeid zijn, schoon te maken en te verruimen en zoodoende het, op korten afstand van den Kampar-oever beginnende en zich mijlen ver binnenwaarts uit strekkende, moeras gelegenheid tot behoorlijke afwatering te geven. Den 8en September reisde de waarnemende Gouverneur per prauw naar Pakan Roembioterwijl de expeditiecommandant met den Chef van den Staf den tocht met de colonne over land maakte. Om 6 uur Y. M. afgemarcheerd, werd te ruim 9 uur Tambang (het meest westelijke der drie Tambang's op de kaart, [Bijlage C], daar waar de missigit staat) bereikt, alwaar het achtergelaten peloton zich bij de colonne aansloot. Om uur Y. M. weder afgemarcheerd, kwam men te 3 uur N. M. te Pakan Roembio aan. Tot ongeveer twee paal ten Westen van Tambang bleef men het oerbosch volgen en kwam toen uit op een tegallan, die bijna onafgebroken doorloopt tot Pakan Roembio {Poelau Pajoeng). De tegallan was hier en daar zeer drassig en overal bijzonder glad tengevolge van de inwerking van den regen der laatste dagen op den kleiachtigen bodem. Den volgenden dag werd verder doorgemarcheerd naar Pakan Bangkinangwelke plaats te 12 uur (middag) werd bereikt. Gedurende de afwezigheid van den expeditiecommandant had den de te Pakan Bangkinang achtergebleven troepen zich onledig gehouden met het maken van patrouilles in den omtrek van het bivak, het aanleggen en verbeteren van wegen enz. Den lüen September (Zondag) werd rustdag gehouden. Het doel der expeditie was nu voor zoover dat mogelijk was bereikt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 296