178 5e. dat aan de officieren en onderluitenants der expedition- naire colonne een nraand traktement en aan de daarbij inge deelde adjudant-onderofficieren een maand traktement of soldij als entrée de campagne zal worden toegekend en dat het tijdstip, waarop de verpleging der expeditionnaire troepen op voet van oorlog ingaat, door den Commandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in Nederlcindsch-Indië zal worden bepaald. Ten Tweede: Den Commandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in JSlederlandsch-Indië. I. Te machtigen a. al het noodige te bevelen en te doen verrichten voor den overvoer naar Padang van het van elders te zenden personeel; b. om, ter voorziening in den garnizoensdienst, zoo noodig een compagnie van het 16e veldbataljon van Padang Pandjang tijdelijk te Padang te legeren. II. uit te noodigen om, zoodra van de gewestelijke autori teiten ter Sumatra's Oostkust bericht zal zijn ontvangen omtrent de mogelijkheid van het beletten van den in- en uitvoer van de I Pota van en naar de zijde van Siak en het opschuren van een voorraad te Teratak Boeloezoomede omtrent eventueel nog te treffen maatregelen, desvereischt ter zake nadere voor stellen in te dienen. Ten derde: Den Directeur van Justitie uit te noodigen de voor de hooger bedoelde expeditionnaire macht nog vereischte dwangarbeiders beschikbaar te stellen. Afschrift enz. Accordeert met het voorz. Register: De wd. Gouvernements Secretaris, (w.g.) Paulus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 330