187 verneur mede te deelen en tot een onderwerp van onderling overleg te maken. Het bovenstaande blijft van kracht, ook al geraakt een der tegenwoordige titularissen buiten staat zijne functie waar te nemen. 7. Verhouding van den expeditiecommandant tot den Militairen Commandant van Sumatra's Westkust. De expeditiecommandant is ondergeschikt aan den Militairen Commandant van Sumatra's Westkustwordende de expedition- naire colonne beschouwd als te ageeren in diens gewest. 8. Verpleging. Poelau Gaclong is ingericht tot hulp-operatiebasis. De ver pleging is geregeld in Bijlage B. (d. i. bijlage O. van het algemeen verslag). De verschillende troepenafdeelingen nemen het voorgeschre ven kookgereedschap mede 45 Handleiding Verplegingsdienst). 9. Munitieuitrusting. Is geregeld in de bijlage A.,(d. i. bijlage H. van het algemeen verslag). 10. Transportmiddelen, gidsen en spionnen. Zijn transportmiddelen, gidsen af spionnen noodig, dan kun nen deze worden ingehuurd, waartoe de hulp wordt ingeroepen van den ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur, die zich bij de colonne bevindt. Voor het transport op de communicatielijn Pajakoemboeh Poe lau Gadong wordt verwezen naar de daarvoor door mij getroffen regeling. De bij de expeditie ingedeelde dwangarbeiders worden beheerd als is voorgeschreven in de Algemeene Order 1890 No. 41. Kan een dwangarbeider ten gevolge van ziekte of om andere reden niet langer bij de expeditionnaire troepen blijven, dan wordt hij overgegeven aan den meest naastbijzijnden ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur. 11. Tuchtigen van kampongs.. Plunderen is ten eenenmale verboden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 339