188 Wordt buit gemaakt, dan moet die worden ingenomen ten bate van den Lande. Er mag niet meer verwoest worden dan bij de militaire opera- tiën onvermijdelijk zal blijken. 12. Kaarten. Ieder bij de expeditionnaire colonne ingedeeld officier is voor zien van een exemplaar van de schetskaart Kamparrivier tusschen Poelau Gaclong en Teratak Boeloe. 13. Berichten. De expeditiecommandant houdt een journaal aan, dat dag voor dag wordt bijgeschreven en waarvan mij telkens, wanneer daartoe gelegenheid is, een afschrift (vervolg afschrift) wordt toegezonden. In het eerste journaal moet worden gemeld, dat de officieren der expeditie gewezen zijn op 4 art. 1 ad a en b en art. 5 le alinea Algemeene order 1879 No. 14 en dat de minderen, voor zooveel noodig, bekend zijn gemaakt met de verbodsbepalingen van art. 1 ad a en b dierzelfde algemeene order. Van alle gevechten en belangrijke marscben worden afzon derlijke rapporten opgemaakt en mij per eerste gelegenheid toe gezonden. Gewichtige gebeurtenissen worden mij zoo spoedig mogelijk waar het kan telegrafisch medegedeeld. Overigens wordt verwezen naar de 30 t/m. 32 „Leidraad voor den dienst bij het Hoofdkwartier enz.", terwijl ten slotte wordt bepaald, dat de expeditiecommandant van alle aan mij te zenden rapporten, berichten enz., voor zoover die politieke aangele genheden behandelen, afschriften of extracten zal toezenden aan den waarnemenden Gouverneur. Is deze niet ter plaatse aan wezig, dan zal de toezending geschieden door tusschenkomst van den aan den expeditiecommandant toegevoegden ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur. 14. Bezetting V Kota. De expeditiecommandant zal mij tijdig de noodige voorstellen aanbieden omtrent de tijdelijke legering en de samenstelling van de bezetting van de V Kota na afloop der expeditie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 340