Bijlage U. Rechter Colonne. Expeditie V Kota Kampcir. Marschbevel voor den 25en- Augustus 1899. Marschindeeling tevens- marschorde. Voortroep. 1 groep le Compagnie 17e Bataljon, 1 sectie genietroepen. Hoofdmacht. 1 peloton le Compagnie 17e Bataljon. 2e Compagnie 17e Bataljon. A chtertroep. 1 groep le Compagnie 17e Bataljon, ambulance (1 officier van gezondheid en 16 tandoes). 1 opnemer met zijn personeel, reservemunitie (4 kisten per compagnie). 1 groep le Compagnie 17e Bataljon, reserveuitrusting ge nietroepen, bagagetrein. 1 groep le Compagnie 17e Bataljon. I. Omtrent den vijand, diens ver sterkingen enz., is niets bekend dan hetgeen op de kaart is vermeld.. Mochten zich personen met ken nelijk vredelievende bedoelingen,, dus b. v. met een witte vlag, aan melden, dan mag hun geen leed ge schieden, en behooren zij onder ge leide bij den colonnecommandant te worden gebracht. II. Het doel van den marsch is het, waar mogelijk, steunen van de co lonne op den linker rivieroever en het nemen van de vijandelijke ver sterkingen op den rechter oever tot en met Poelau BalimUng. III. De colonne staat onder per soonlijk bevel van den expeditie commandant; voor de sterkteen indeeling wordt verwezen naar de opgave in m argine vermeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 357