8 stal, zoodat de paarden gedurende het voeren aangebonden staan, doch verder geheel los kunnen blijven. Des nachts b. v. worden zij nimmer vastgezet. Een en ander biedt zeker groote voordeelen aan en, waar mogelijk, verdient deze regeling na volging. De ruimte, waarover de dieren beschikken, is zeei groot en bedraagt ongeveer 13 M2 per paard. Dit losloopen wordt zeer bevorderlijk geacht voor het mak woiden der dieien, terwijl zij voorts naar willekeur beweging kunnen nemen; in alle stallen werd dan ook dezelfde rust aangetroffen eene rust en een vertrouwen tot den mensch, dat een schitterend getuigenis aflegt voor de wijze, waarop met de paarden wordt omgegaan. Verder bevat iedere stal eenige berglaatsen en een tweetal boxen om daarin zoo noodig een enkel paard te kun nen afzonderen Iedere stal staat in verbinding met een loopplaats, waarin de paarden zich vrij kunnen bewegen en waarin aan hen bij goed weer twee malen per dag gedurende 1 a D/a uur bewe ging wordt gegeven. Dit laatste, dat bij slecht weer in de stallen plaats heeft, geschiedt door den verzorger, die, gewa pend met een zweepje, zorg draagt, dat de dieren in beweging en in den gewenschten gang blijven. Deze loopplaatsen, alhoewel verschillend in grootte, hebben eene lengte van ongeveer 80 M. bij eene breedte van onge veer 50 M. Wijders kan nog worden beschikt over drie drijfplaatsen en een renbaan, terwijl in de binnenruimten der drijfplaatsen eenige hindernissen zijn aangebracht tot het houden van spring oefeningen. Aan eene geregelde galop-oefening wordt groote waaide ge hecht; de inlandsche remonten worden alleen in stap en draf gedreven achter ruiters, die den gang aangeven. De organieke sterkte van het depot bedraagt 450 remonten, doch in werke lijkheid bedraagt de sterkte somtijds 850, waarvan dan on geveer 600 te Milligen en de andere in de weiden. Gedurende de zomermaanden toch is, doordat de jonge remonten reeds grootendeels zijn aangekomen en de oude nog niet zijn over gegaan naar de korpsen, het aantal paarden zoo groot, dat zij niet alle bij het depot kunnen worden ondergebracht en zij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 40