9 gedeeltelijk plaats vinden in de weiden van Geldersche land bouwers, welke tot dat doel worden ingehuurd. In hoofdzaak zijn de remonten 3- en 4 jarige Iersche paarden, welke jaarlijks door eene vaste commissie, waarvan de direc teur der inrichting voorzitter is, in Ierland worden aangekocht. Bijna alle hebben zeer veel bloed en niet bijzonder zeldzaam zijn de exemplaren, welke zoo goed als volbloed zijn. Over het algemeen vertoonen zij een sierlijk type rijpaard met prachtig beenwerk; de voor de Artillerie bestemde paarden zijn van zwaarder slag en zijn minder edel gefokt. Naast deze buitenlandsche remonten wordt een zeker getal paarden aangetroffen, welke in het land zelf zijn aangekocht Sedert enkele jaren toch bestaat, dank zij de verbetering van den paardenstapel in Nederlandde mogelijkheid jaarlijks een 100 tal remonten in het land te kunnen aankoopen. Deze zijn uitsluitend bestemd voor de Artillerie. Het personeel der inrichting bestaat uitsluitend uit militairen t. w. 1 directeur (hoofdofficier van Artillerie of Cavalerie), 1 paardenarts, 1 officier van gezondheid, 1 adjudant-onderof ficier, 1 opperwachtmeester, 6 wachtmeesters, 1 fourier, 10 korporaals, 1 hoefsmid en 85 soldaten, waarvan 1 hospitaal soldaat, terwijl verder nog een detachement van den trein aan wezig is, bestaande uit 1 korporaal, 14 stukrijders en 28 paar den, zoomede 9 oude paarden voor het drijven en andere dien sten (facteur, schoolkar, enz.). Tevens is steeds een plaatsver vangende directeur aangewezen, een maatregel, welke tegen over groote voordeelen geen enkel nadeel aanbiedt. Als algemeene regel komen alle voor het Leger aangekochte paarden gedurende een zekeren tijd bij het remonte-depotook voor de vijfjarige remonten heeft men deze regeling getroffen om op die wijze de korpsen te ontlasten van de bezwaren, welke verbonden zijn aan de verpleging van jonge paarden, welke toch niet dadelijk in dressuur kunnen worden genomen en het „uitzieken" te doen plaats hebben bij het depot in plaats van bij de regimenten. De jongere remonten blijven gemeenlijk gedurende een jaar bij het depot en worden alzoo ruim 4 jarig aan de korpsen overgegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 41