26 men in die remonteering onafhankelijk blijft van het buiten land en eene aanvulling der v erliezen gedurende langeren tijd zoo noodig gedurende zeer langen tijd mogelijk is. Daarvoor is op Java de aanwezigheid van eenen paardenstapel noozakelijk van een type, dat volkomen geschikt is voor de bereden troepen. Allereerst dient dus vastgesteld te worden, welke eischen men aan een leger paard in Indië zal moeten stellen; dat toch hoogere eischen gesteld zullen moeten worden dan tegenwooidig het geval is, zal wel bij niemand tegenspraak ondervinden. Intusschen is nog nimmer de vraag beantwoord, welk paard dan wel geschikt is voor de Indische bereden wapens. Het antwoord daarop kan slechts worden gegeven door het Indische legerbestuur, daar het grootendeels beheerscht wordt door de taak, welke bij eene eventueele verdediging aan cavalerie en artillerie zal worden opgedragen. Voor het geval men het zoo deugdzame Indische paard wil behouden en men denkt te kunnen volstaan met eene betrek kelijk geringe vermeerdering van massa, zijn weinig ingrijpende maatregelen reeds voldoende om dat te bereikeneischt men eene belangrijke verhooging van taille dan zal een krachtiger ingrijpen noodig zijn. Dan zal de Regeering moeten zorgen voor dekhengsten van meerdere massaen die hengsten zuilen door haar moeten worden gefokt. De oprichting van eene kleine stoeterij, waar men merriën van inheemsch ras iSandelhouts) laat krui sen met Arabieren, zal daartoe noodig zijn; deze stoeterij zou, evenals de Duitsche Hauptgestüte, tot taak moeten hebben een op te richten en aan de stoeterij te verbinden hengsten-depot van dekhengsten te voorzien. Noch de stoeterij noch het heng sten-depot, behoeven groot te zijn; eene stoeterij met 20 a 30 uitgelezen merriën en twee uitstekende Arabische hengsten zou reeds voldoende zijn om jaarlijks eenige goede dekhengsten aan het hengsten-depot te leveren. Acht men voor de bereden troepen geene belangrijke vermeerdering van hoogte en massa noodzakelijk, dan kan met eenige wijzigingen de weg worden gevolgd, welke thans reeds werd ingeslagen, doch ook dan zal het noodig zijn, dat het gouvernement eigenaar blijft van de beschikbaar gestelde dekhengsten en niet voortgaat met die dieren aan particulieren te verkoopen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 58