32 10 dwangarbeiders. Trein 8 mandoers en 196 dwangarbeiders voor het dragen van vivres. Als opzichtvoerend personeel zijn uit de brigades 1 Ambo- neesch en 1 inlandsch sergeant aangewezen, die tevens belast werden met de distributie van vivres. Om bovenstaande colonne te formeeren, waren aangewezen 4 brigades van de le divisie marechaussée, 2 brigades van de 2e di visie (tijdelijk te Panté Lön), 2 brigades van de 4® divisie (tijdelijk te Sigli) en 4 brigades van de 5e divisie, terwijl de dwangarbei ders bij elkander moesten worden gebracht van het depot te Koeta- Radja, Tjot-G-oë, Seulimeum, Sigli, Samalanga en Panté-Lön. Ten einde zoo mobiel mogelijk te zijn, was door mij bepaald, dat een ieder op marsch voor zich zelf zou moeten koken en daartoe op den veldzak zou behooren mede te voeren een rnodel- etensblik of een geëmailleerd kookpannetje. Alle officieren zouden samen menage voeren en voor het mede voeren van de officierskeuken en de gamellen werden naar be hoefte reserve-dwangarbeiders uit den gevechtstrein aangewezen. Het medevoeren van één stel reserve ondergoed, één paar reserve schoenen en de sprei was voor de militairen bevolen, ter wijl alle dwangarbeiders voorzien werden van sprei, toedoeng, kapmes met scheede en gordel, veldflesch en model-etensblik. Aan vivres werden slechts medegevoerd voor zes dagen rijst en voor één maand gezouten visch, zout, koffie, thee, peper, azijn, gedroogde lombok, uien, klapperolie en petroleum. Bij den afmarsch moest ieder militair en ieder dwangarbeider twee dagen vivres bij zich hebben. Hun werd medegedeeld, dat het eerste ration eerst op den derden dag zou worden verstrekt. Hierdoor werd de colonne onafhankelijk van den vivrestrein. Voorts werd vooraf bepaald, dat in den regel eene halve divisie als gevechtscolonne zou worden aangewezen en de andere halve divisie uitsluitend als dekking van den trein, met dezen trein geheel zelfstandig marcheerende, de gevechtscolonne zou behooren te volgen. Voor deze halve divisie-treindekking werd een schema van marschorde vastgesteld, te weten: twee brigades vooraan, ter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 64