34
In overleg met den bivouakcommandant werd bepaald, dat
een detachement van Panté Lön, waarbij een luitenant ingedeeld
en onder bevel van Zijn Edel Gestrenge, met 4 dagen vivres op
20 draagpaarden, voorloopig de colonne zou volgen, teneinde
vóór hare aankomst in de Gajölanden eventueel zieken en ge
wonden te kunnen terugvoeren.
Afmarsch van Panté Lön.
27 September.
Vermits volgens bekomen inlichtingen de weg over Awé
Geutah, Asan Koembang en Simpang Doea, naar Simpang Keu-
sam veel moeielijker is dan de gewone weg over Tjot Pi en
Teupïën Blang Manèh, werd te 7 uur voormiddag langs den
laatstgenoemden weg afgemarcheerd met twee dagen vivres bij
den man.
Nadat de voorste halve divisie de Kroeëng Peusangan zonder
veel moeite was overgetrokken, begon het hevig te regenen,
waardoor de verdere marsch zeer bemoeielijkt werd. Te 4>/4
uur namiddag betrok deze halve divisie in eenen stortregen,
welke den geheelen nacht aanhield, het bivouak aan de Aloeë
Batèë Broeë*-
De achterste halve divisie en de trein bereikten dit bivouak
niet, daar de rivier en de aloeë's door den regen zoodanig waren
gezwollen, dat het overtrekken met veel moeielijkheden gepaard
ging.
In de Aloeë Phon was het water zoo hoog, dat de overtocht
onmogelijk bleek, waarop deze halve divisie met den trein te
6 uur namiddag op den noordelijken oever van genoemde aloeë
het bivouak betrok.
Ook het detachement van Panté Lön bivouakeerde hier.
Op dezen dag bleven reeds eenige dwangarbeiders achter en
waren er verscheiden mindere militairen achterblijvers, die
van hunne wapening en uitrusting werden ontlast en bevel
kregen, om zich bij de ambulance te melden.
28 September.
De achterste halve divisie, de trein en het detachement Panté