36
In twee colonnes werd genoemd ravijn overgetrokken. De-
voorste halve divisie volgde het karbouwenpad, een omweg van
ruim één uur, en het overige gedeelte van de colonne ging
langs het gewone voetpad, toen bleek, dat alle loopgraven aan
de overzijde onbezet waren. Het overgaan van de Èndang-
èndang langs dezen weg vorderde slechts een half uur.
Reeds spoedig was het diepe en steile ravijn van de Tönggö
Besi bereikt, dat evenmin bezet bleek, doch dat zwaar ver
sperd was door verhakkingen op alle paden. Na eenige verken
ningen werd een goed bruikbaar pad gekapt en werd deze hinder
nis door de voorste halve divisie in l1/* uur overwonnen.
Zoowel ten zuiden van het ravijn van de Timbangan Gadjab
als op de Blang Ramböng had men uitgestrekte en zeer ge
makkelijk te verdedigen loopgraven met schietkokers opgewor
pen en daarbij vele schuilhutten gebouwddoch alles bleek bij
onze nadering onbezet. Laatstgenoemde borstwering was nog.
niet eens voltooid en sloot de Blang-Rambong volkomen af.
Bij het deboucheeren op de vlakte van Toendjang te 31/2 uur
namiddag viel op zeer korten afstand van de spits een schot
uit het begroeide ravijn. Te 4 uur daarop bereikte de voorste
halve divisie Toendjang, welke gampöng bij doorzoeking ver
laten bleek. Een paar vluchtende Gajö'sche vrouwen werden
achterhaald. Zij deelden bij ondervraging mede, dat de pre
tendent zich in Takèngan zou ophouden.
Nadat het bivouak in de gampöng was betrokken, meldden
zich een Gajö en twee lieden uit Djoeli, die omtrent den pre
tendent hetzelfde berichtten, als zooeven is medegedeeld.
Te 12 uur 's nachts kwam één brigade van de achterste
divisie melden, dat de trein te 11 uur namiddag op de Blang-Ram-
böng in de hutten bij de loopgraven het bivouak had betrok
ken. Twee der gidsen zijn toen ommiddellijk daarheen ge
zonden met schriftelijk bevel aan den commandant der trein-
dekking, om morgen ochtend zoo vroeg mogelijk naar Toendjang
te komen.
Toendjang is reeds geheel typisch Gajösch. Er groeien slechts
enkele klapper- en pinangboomen en zeer weinige vruchtboomen
en het ligt in eene uitgestrekte sawahvlakte, die in dit jaar
getijde nog onbebouwd is. De huizen zijn weinig aanzienlijk,