39 aan de rivierzijde reeds te uur voormiddag eenige schoten doen op enkele geweerdragende lieden, die van buiten af de gampöng binnen wilden gaan. Kort op dit vuur vielen van den hoogen rug aan de overzijde van de rivier twee schoten; verder werd niets gehoord. Bij het aanbreken van den dag bleek, dat twee mannen wa ren neergelegd en dat Takèngan geheel verlaten was met uit zondering van eene oude vrouw, die mededeelde, dat de pre tendent reeds gisteren avond met prauwen naar Nosar was vertrokken, daarheen geleid door Rödjö Boekét en Rödjö Linggö. Yan twee uit Këmili vluchtende vrouwen werd hetzelfde bericht vernomen. Intusschen ontspon zich op de vlakte tusschen Takèngan, Këmili, Böbasan en Këbajakan een vuurgevecht, waarbij de vijand met repeteergeweren, beaumontgeweren, voorlaadgeweren, don derbussen en lila's schoot. In verschillende richtingen werd aangevallen, zoodat ten slotte het veld was schoongeveegd. De vijand liet, voor zoo verre kon worden nagegaan, 17 dooden, een 50 tal voorlaad geweren en vele blanke wapens en munitie in onze handen. Te 8 uur voormiddag betrok de voorste halve divisie het bivouak in de uitgestrekte en geheel verlaten gampöng Këba jakan, nabij de woningen van Rödjö Boekét en Rödjö Goenong. De achterste halve divisie, met den trein te 472 uur namid dag in de vlakte komende, zag talrijke benden in de richting van Kètol aftrekken, doch hield zich geheel onzijdig, niet wetende of de Gajöbevolking bevriend of vijandig gezind zou zijn. Daar zij in onzekerheid verkeerde omtrent de door mij gekozen bivouakplaats, betrok zij het bivouak in een hoek van Bö basan, dat evenzoo verlaten bleek. Gedurende den ganschen dag werd het bivouak Këbajakan beschoten, waarom telkenmale patrouilles uitgingen, die den vijand met verlies van een drietal dooden verdreven. De rijstvoorraad van de colonne was geslonken tot ééD dag, zoodat naar rijst moest worden omgezien. Slechts eene kleine hoeveelheid werd aangetroffen, doch alle padischuren waren goed voorzien. Onmiddellijk werden dan ook maatregelen genomen om door dwangarbeiders padi te laten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 71