41
•dekking van twee brigades, uitgaan om de vlakte van Këba-
jakan en Böbasan zoo volledig mogelijk in kaart te brengen.
Eene afdeeling van drie brigades onder bevel van den l8teB luite
nant Jhr. Boreel wordt uitgezonden, om te patrouilleeren naar
Böbasan, Takèngan en in de richting van Kètöl, en ook met
opdracht den weg te zoeken, die langs den zuidrand van het
meer voert.
Deze afdeeling geraakte ten zuidwesten van Böbasan in gevecht
en verdreef den vijand met achterlating van 3 dooden met vuur- en
blanke wapens.
Zij was te 3 uur namiddag in het bivouak terug met twee
-oude vrouwen, die in Böbasan waren aangetroffen. Deze vrou
wen konden niets berichten. Aan eene van haar, eene slavin
van Rödjö Tjéq, is een brief mede gegeven aan genoemd hoofd,
meldende, dat wij slechts hier komen om den pretendent op
te sporen en niet om met de Gajö 's oorlog te voeren. Mondeling
is aan de vrouwen de boodschap medegegeven dat Rödjö Tjéq
in het bivouak moet komen.
In den namiddag rukte eene brigade uit naar den bovenloop
van de "Woih-ni- Kébajakan, om slachtvee op te vangen ofte
schieten. Deze patrouille keerde met 3 karbouwen terug.
Voorts werd den geheelen dag rijst gestampt, zoodat in den
namiddag weder voor drie dagen rijst aan de geheele colonne,
kon worden uitgegeven.
Het weder bleef gunstig, evenals de gezondheidstoestand van
•de militairen. Onder de dwangarbeiders van Koeta Radja en
Panté Lön was de gezondheidstoestand ongunstig.
Bij doorzoeking van de gampöng werden een 20 tal goede
voorlaadgeweren gevonden. Alle buitgemaakte wapens werden
"vernield.
4 October.
Vermits gisteren avond vuren zijn waargenomen op den
:hoogen bergrug boven Takèngan, rukte te Sll2 uur voormiddag
•eene afdeeling van 4 brigades uit, onder bevel van den 1™ lui
tenant Scheepens, met opdracht den vijand van dien rug te ver
drijven.