43 -
te krijgen met den pretendent. Ook deze colonne werd door
een opnemer vergezeld.
Uit Këmili, Oné2, Towéran en Rawé werden haar eenige schoten
nagezonden, terwijl men hier en daar groote rolsteenenvan de ber
gen deed neerstorten De geheele bevolking bleek gevlucht. Eerstge
noemde halve divisie bereikte te 5V4 uur namiddag Bintang, dat
evenzoo verlaten was. De trein was eerst te 6lU uur namid
dag binnen. Onderweg werd een Gajö van Nösar opgevat en
medegenomen.
Laatstgenoemde halve divisie kwam te 3lU uur namiddag
in de kleine Nösar-vallei aan, waar onmiddellijk in verschillende
richtingen patrouilles uitgingen, om zoo mogelijk menschen te
arresteeren, teneinde eenig bericht te krijgen.
Deze patrouilles vatten in het gebergte boven Nösar drie
mannen, respectievelijk afkomstig van Djoeli, Djangka, en Meu-
reudoe, die na veel bedreigingen mededeelden, dat de pretendent
gisteren avond met vrouwen naar Bintang was afgetrokken.
Gedurende den marsch langs het meer werd te 11 uur
voormiddag waargenomen, dat Këbajakan in brand stond en dat
de brand hevig woedde.
In den namiddag werd ook hier door eene patrouille één hengst
opgevangen.
6 October.
Teneinde eenige zekerheid te erlangen omtrent de gisteren ver
kregen berichten, rukte te 6 uur voormiddag uit het bivouak
Nösar eene afdeeling van 2 brigades onder bevel van den onder
luitenant Christoffel naar den bovenloop van het dal van Nösar,
terwijl eene brigade met den opnemer de meting ging voltooien.
Te 83/4 uur voormiddag kwam deze afdeeling terug met eene
oude vrouw en eenige Gajösche goederen, welke waren gevon
den in een verlaten bivouak van ongeveer 60 menschen. Volgens
bericht van de oude vrouw was dit een bivouak geweest van
de bevolking van Nösar.
Slechts enkele schoten uit voorladers klonken uit de hooge
bergen.
Te 9 uur voormiddag werd Nösar verlaten en bij Bèwang reeds
had de ontmoeting plaats met drie brigades onder bevel van den
lsten luitenant Jhr. Boreel, die in Bintang niets bijzonders had aan^