48 Kamoelö, dat daarna op den weg lag, is vroeger een përwö- ran geweest, doch thans reeds verwilderd. Het traject naar Isa* bleek niet groot, toen de voorste halve divisie te H/2 u. n. m. reeds in de vallei van Isa' aankwam. Alles was ook hier geheel verlaten. De bewoners van deze vallei gaven slechts teeken van hunne vijandige gezindheid door nu en dan uit voorlaadgeweren en donderbussen te schieten. Aan de onmiddellijk uitgezonden patrouilles gelukte het een man en eene vrouw te vatten, die bij ondervraging mededeelden, dat Rödjö Linggö den pretendent van het meer had afgehaald om hem naar Linggö te brengen. Hier was hij niet. De trein en de opnemers kwamen eerst te 4'/a u. n. m. te Koetö Kréng aan, waar het bivouak werd betrokken. Onderweg waren enkele schoten gevallen. Door een dezer schoten waren twee militairen niet levensge vaarlijk gewond nl. de inl. mars. Oesoep, Alg. Stb. No. 29582 en Kiwing, Alg. Stb. No. 34235. Daar de hier verkregen berichten geheel overeenkomen met hetgeen van den pretendent te Sëroelö is vernomen, moet hij öf doorgetrokken zijn naar Linggö öf zich nog schuilhouden ergens tusschen Sëroelö, Linggö en Onèng. Om zooveel mogelijk terrein onveilig te maken, zal in twee colonnes worden teruggekeerd naar Linggö. Eene colonne met den grooten trein gaat over Onèng terug, de andere via Pëgasèng, het meer, Pënarön en Owa L De vivresvoorraad is echter uitgeput, zoodat hier in Isa eerst moet worden gefourageerd. Dit is echter niet zoo eenvoudig, omdat men de stampers on bruikbaar heeft gemaakt, de rijstwannen heeft verborgen, en begonnen is om de padé weg te halen. Yee is er echter genoeg, zoodat eene daartoe uitgezonden bri gade reeds spoedig een paar karbouwen had geschoten. Hier in het dal van Isais het niet zoo koud als aan het meer en treft men dan ook klapper-, pinang- en enkele soorten vruchtboomen aan. De meuriahpalm wordt echter niet aange troffen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 80