50
zelfde uur Koetö Kreng met zes dagen vivres, waarvan drie
bij den man.
Door de slechte terreinkennis van de gidsen volgde laatst
genoemde halve divisie aanvankelijk een verkeerd en zeer
moeielijk voetpad, zoodat eerst te 12 u. 's middags de Pintö
Rimbö van Isa* werd bereikt.
In den namiddag en vooravond vielen hevige regenbuien,
waardoor het toch reeds niet gemakkelijke voetpad zeer lastig
werd en Oréng (Paja Djagat) eerst te 6 u. n. m. in het ge
zicht kwam.
In deze verlaten gampöng vonden de troepen een behoorlijk
onderdak.
Pene brigade bleef echter met de opnemers achter en bracht
den nacht in het bosch door, niet in de mogelijkheid zijnde om op
den geheel doorweekten boschbodem een ligplaats te maken.
Van de halve divisie Boreel bereikten twee brigades onder
bevel van den len luitenant Heijtman Nalön.
Uit de meunasah vluchtten eenige Atjéhers. Bij het onder
zoek van deze meunasah werden één beaumontgeweer, vijf voor-
laadgeweren, twee donderbussen en eenige blanke wapens en
munitie gevonden.
Onmiddellijk werd een aanvang gemaakt met rijststampen.
Het overige gedeelte van deze colonne kwam eerst te u.
n. m. in het bivak Nalön aan.
16 October.
Laatstbedoelde brigade kwam te 6 u. v. m. met de opnemers
in het bivouak aan.
Te 7y2 u. v. m. gingen twee brigades uit, ieder met een
opnemer om de vlakte van Paja Djagat zooveel mogelijk in
kaart te brengen.
Te 11 u. v. m. werd naar Pëgasèng afgemarcheerd. Af en
tce werd de colonne beschoten, vooral in de nabijheid van Köng,
in welke gampöng twee gewapende Gajö's werden gearresteerd.
Terwijl de opnemers de vlakte van Pëgasèng opnamen en de
colonne bij een der meunasah's van Köng rustte, meldde zich
Rödjö Ilang van Koetö Lintang met eenig gevolg.