52
Bij vertrek uit Bintang liet ik in een der groote huizen op-
eene goed zichtbare plaats oenen brief aan Rödjö Boeket achter
van gelijkluidenden inhoud als den brief, destijds uit Këbajakan,
aan Rödjö Tjéq verzonden.
De colonne van Nalön marcheerde te 7 u. v. m. af naar
Linggö. Zij had veel moeite bij het overtrekken der Kërëlang-
en Owa' rivieren door den hoogen waterstand. Bij eerstge
noemde rivier werd zij beschoten van de bergen.
Te 5 u. n.m. betrok zij het bivouak in de përwöran bij
Oelaq onder een regenbui.
18. October.
Te 7 u. v.m. werd nogmaals het pad ingeslagen over Dëdamar
naar Pintö Rimbö Kërëtan, om van hier af te buigen naar
Pënarön.
Bij den afmarsch werd nog al veel van de hooge toppen ge
schoten, doch geheel onschadelijk.
In Dëdamar bevond zich eene vrouw in een der huizen, die
bij navraag wist mede te deelen, dat de pretendent te Këmënjén
was gezien op weg naar Gfajö Loeös.
Dit bericht klinkt zeer onwaarschijnlijk, omdat bij Këmënjén
geen weg naar Gajö Loeös voert.
Hoewel Pënarön gedurende de afdaling van de hier zeer hooge
waterscheiding tusschen het dal van Sëroelö en het dal van
Pënarön zich geruimen tijd aan ons gezicht vertoonde, scheen
het, dat men ons in Pënarön niet had opgemerkt en dat men
ons ook niet van deze zijde verwachtte. Er viel ten minste
geen schot en in de verte - het werd bij de afdaling 6 u. n.m.
werden eenige vuren of lichten in de gampöng zichtbaar.
Twee patrouilles werden naar die vuren afgezonden. Eene er
van arresteerde vijf mannen, die drie geladen trompladers en
eenige blanke wapens bij zich in de hut hadden.
Gedurende het verzamelen wisten drie dezer arrestanten, ge
bruik makende van de duisternis en van den modderigen weg
door de sawah's, te ontvluchten. De beide andere mannen, on
middellijk ondervraagd, deelden mede, dat de pretendent zich
gisteren nog ophield in eene schuilplaats bij de gampöng Lènangv
Een van hen nam aan die schuilplaats te zoeken.