54 Na twee uren dalen werden tusschen de sparreboomen sa wall's- zichtbaar en enkele daken van hutten. De gids deelde mede, dat wij te Lènang waren aangekomen. Aan de rook, welke uit een der daken opsteeg, bleek, dat deze gampöng niet geheel verlaten was. Doordat het gebergte hier zeer steil afdaalt en door de groote vrij dicht gekroonde sparren, kon de troep tot op ongeveer 500 M. geheel ongemerkt naderen. Een man kwam uit een der hutten te voorschijn met een geweer in de hand. Hierop werd eene brigade onder bevel van den lsten luitenant Scheepens zoo gedekt mogelijk naar beneden gezonden. Op een gegeven oogenblik moet deze brigade ontdekt zijn geworden, ten minste uit dezelfde hut vluchtten eenige met geweer ge wapende mannen. Onmiddellijk werd nog eene brigade onder bevel van den onderluitenant Christoffel nagezonden met last om te attaqueeren. Toen het eerste schot viel, te 2 uur n. m.zag men uit alle hutten tal van lieden, gewapend en ongewapend, vluchten, trach tende nog allerlei pakken in hunne vlucht mede te voeren. Het aantal vluchtenden, waaronder enkele vrouwen waren te onderscheiden, schatte ik op 40 a 50 menschen. Nu werd nog een brigade onder bevel van den lsten luit. Korndörffer naar beneden gezonden en deed ik het signaal „attaqueeren blazen, terwijl ik met de laatste brigade in re serve volgde. Toen de vijand uit repeteergeweren begon terug te schieten, was het duidelijk, dat wij hier met de bende van den preten dent te doen hadden. Daar Lènang gelegen is op een klein terrasvormig plateau tusschen twee diep ingesneden, dicht begroeide ravijnen, trachtte de vijand in die ravijnen een goed heenkomen te zoeken. De di ie aanvallende brigades waren dan ook in zeer korten tijd geheel uitgezwermd, in vele richtingen vluchtende vijanden vervolgende. Te 21/2 uur n. m. had het vuur geheel opgehouden en werden de voorste brigades verzameld, terwijl de reserve in twee groepen opgelost, werd uitgezonden om den vijand verder te vervolgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 86