66 hadden opdracht om met één groep uit te rukken, indien de vijand van die zijde van de rivier zou schieten. Aan het telkenmale schieten bleek, dat de rondsluipende vijand dikwijls op de patrouilles stootte. Slechts één geladen voorlaadgeweer met patroontasch viel ons in handen. Eene afdeeling van twee brigades onder bevel van den onder luitenant Christoffel rukte uit naar het gebergte tusschen Lelaboe en Tami Dölöm. Eene andere afdeeling ging met den opnemer uit om de valleien van Kënawat en Towéran in kaart te brengen. Drie andere patrouilles, ieder ter sterkte van eene brigade, rukten uit om te fourageeren en om karbouwen of runderen te schieten. Alle beschikbare dwangarbeiders zetten het rijststampen voort, zoodat in den namiddag zooveel rijst aanwezig bleek, dat morgen 4 brigades met trein, de gewonden, de zieken en de opgevangen paarden met zes dagen vivres naar Panté Lön kunnen worden teruggezonden en aan het overige gedeelte der colonne twee dagen vivres kon worden gedistribueerd. Verschillende Gfajö's bezochten het bivouak om enkele curio siteiten te verkoopen aan officieren, die gisteren daarnaar had den gevraagd. 31 October. Onder bevel van den l8ten luitenant Heijtman gingen de twee brigades van de 2de divisie en twee brigades van de 5de divisie met de gewonden, zieken, hen, wier dienstverband om was, en de minder-validen en de paarden met zes dagen vivres onder een stortregen te 7 uur v.m. op marsch naar Djamboer Ölö en met opdracht naar Panté Lön terug te gaan. Bij deze colonne werd de 2de luitenant de Kok ingedeeld. Van het ambulance personeel waren slechts twee Europeesche soldaten-ziekenverpleger volkomen valide, zoodat het overige per soneel met de colonne Heijtman werd teruggezonden. Er waren betrekkelijk vele zieken, zoodat de terugkeerende colonne ongeveer zes brigades militairen telde. Voor het blijvende gedeelte van de colonne was het rustdag.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 98