TRANSPORTMIDDELEN.
Het hoofdmiddel van transport in Zuid-Afrika is en zal nog*
zeer lang blijven de alom bekende ossemoagenhij vormde het
bijna uitsluitende middel van transport voor het optrekkende
Engelsche leger.
De ossenwagen is zeer lang (6 a 7 Meter), zeer stevig
gebouwd, vierradig, zonder veeren, met ongeveer 1,5 Meter
breeden bodem. De staande wanden loopen schuin naar buiten
en boven toe, waardoor de wagen veel wijder, tot bijna 2 Meter,
wordt.
Het achterste derde gedeelte bezit een huif, rustende op
hoepelvormige latten, die aan de staande wanden bevestigd zijn.
De achterraden zijn hooger dan de voorradenbeide zijn door
hunne assen bevestigd aan zware dwarshouten, die verbonden
zijn door een longitudinaal verloopenden balk, welke bestaat uit
twee stukken, in het midden articuleerende. Hierdoor komt
het, dat de wagen eene zekere elasticiteit heeft en hij op oneffen
bodem niet zoo hevig stoot, als men met de lengte van den
wagen en de oneffenheid der wegen zoude vermoeden; de stoot,
welke veroorzaakt wordt, wanneer een paar raden over eene
oneffenheid rijden, wordt aldus gebroken.
Wordt de bodem van dien wagen gevuld met matrassen, dan
is de ossenwagen niet zulk een slecht vervoermiddel voor zieken.
In een wagen zijn gemakkelijk een zestal man liggende en nog
velen zittende onder te brengen.
De muil- of bokwagen is van dezelfde constructie, maar kleiner
dan de ossenwagenwij hadden er hiervan één in ons vast
bezit, terwijl de ossenwagens telkens, wanneer noodig, ingehuurd
werden.
Ossenwagens worden bespannen met ongeveer 16 ossen; de
muilwagen eigenlijk met 8, soms echter met 10 of 12 muildieren.
Een groot deel van het Engelsche ziekentransport geschiedde