7
Door nauwkeurige opmeting kon na deze geweldproef, ook
nadat de loopen uit de laden genomen waren, aan de Geweer-
makersschool geen verbuiging van de eerste worden geconsta
teerd. Aangezien echter de onmiddellijk na de proef geschoten
trillingshoeken (Bijlage B. blz. 10 en 11) nog al verschil op
leverden met de voor dien tijd gemiddeld waargenomene, wer
den dienaangaande nog nadere proeven genomen.
Hierbij (Bijlage A. blz. 12, 13 en 14 en blz. 26, 27 en 28) werden
ter vergelijking eveneens de trillingshoeken bepaald met 4 ge
weren M. 95, dié vooraf dezelfde geweldproef met de bajonet,'ook
zonder eenige uitwendig waar te nemen verandering, hadden
■ondergaan.
Uit de gemiddelde der aldus verkregen waarden bleek (Bijla
gen A. tegenover blz. 141 de verticale trillingshoek bij de exem
plaren van beide geweerstelsels vrijwel evenveel en in den
zelfden zin gewijzigd te zijn; daarentegen had de horizontale
trillingshoek (Bijlage A. tegenover blz. 28) bij de verlichte ge
weren nog al verandering ondergaan, vergeleken bij die dei-
geweren M. 95 en wel bij 3 exemplaren, waaronder vooral No.
10 naar links en bij één naar rechts.
Uit het laatste mag worden afgeleid, dat de loop der verlichte
geweren tengevolge van de proef eenige verbuiging in het ho
rizontale vlak had ondergaan. Neemt men echter in aanmer
king, dat in de practijk het toebrengen van stooten, als de
hierboven omschrevene of daarmede gelijk te stellene, tot de
hooge uitzonderingen zal behooren en bovendien het daaruit voort
vloeiende euvel links of rechts dragen door eenvoudig inschie
ten weder te verhelpen is, dan moet de loopdikte ook uit dit oog
punt nog als ruim voldoende worden beschouwd.
k De lade.
Zes verlichte geweren, waarvan drie met een uit één stuk
vervaardigde lade, en drie, waarbij in de ligplaats van den loop
biezen waren gelijmd en met moerplaatscbroeven bevestigd,
werden gedurende 24 uur in water gelegd. Daarna bleek, dat
de drie uit een stuk bestaande laden nog geheel bekwaam wa
ren, hetgeen trouwens mocht worden verwacht, aangezien het
geweer M. 95, alvorens te worden aangenomen, in Nederland