9
Aangezien zulks echter moet worden toegeschreven aan de
omstandigheid, dat de haan, om lichter te kunnen worden ge
maakt, vooraf moet worden ontlaten en na afloop weder gehard,
ligt het voor de hand, dat dit harden iets te ver is doorgezet
en "bestaat er geen gevaar, dit zich dat euvel zal voordoen,
wanneer dit verwisselstuk dadelijk van de vereischte afmetingen
wordt aangemaakt.
o. De munitie.
In het geheel werden 7227 patronen verbruikt, waarop 5 wei
geringen, 2 mantelscheuringen en 4 nabranders voorkwamen,
terwijl bij één patroon het slaghoedje werd doorgeslagen.
Conclusie.
Het verlicht geweer staat ballistisch gelijk met het geweer
M. 95 en heeft uit een tactisch oogpunt het groote voordeel
van 1 KG. lichter te zijn. Het zal echter aanbeveling verdienen de
lade uit één stuk te vervaardigen en den grendelknop te verzwaren,
terwijl het thans aangebrachte vizier voor een oorlogswapen
niet deugt en door een met minder gezichtsveld tusschen de
zijwangen en gemakkelijker juist te stellen klep dient te worden
vervangen.
Het medevoeren door den man van een stuk van den ont-
laadstok als toebehooren van het geweer verdient aanbeveling.
Meester Cornelis, 24 Maart 1902.
De Commandant van het 11e Bataljon Infanterie
(wg.) J. C. C. Nijland.