8 „genwicht gegen die Schwerfalligkeit und Unbeholfenkeit der militarischen Diensteseinrichtungen". (Generalarzt Julius Port Den Kriegsverwundeten ihr Recht." Zweiter Mahnruf. Stuttgart 1899 pag 20.) De eerste taak, die ons wachtte, was ons op de hoogte te stellen van en in contact te komen met den officieelen genees kundigen dienst der oorlogvoerende staten. Een eigenlijk persoonlijk verantwoordelijk hoofd van den ge neeskundigen dienst bestond bij het Boerenleger niet. Alleen bij het korps der Transvaalsche Artillerie was een officier van gezondheid, aan wien eenigermate de leiding zoude zijn opgedragen, maar deze geneesheer was reeds bij een der eerste gevechten in Natal gesneuveld. Een vervanger was niet aangesteld. Op de vereeniging van vrijwillige ziekenverpleging, het Trans vaalsche Roode Kruis, rustte de taak van den geneeskundigen dienst; het wemelde te Pretoria van Roode Kruis-mannen en -vrouwen. Al dadelijk bleek het mij, dat de werking van het Roode Kruis eene tweeledige was, t. w. lo. eene voorziening in geneeskundige hulp, uitgaande (in naam) van het Centraal Comité van het Transvaalsche Roode Kruis. 2o. een inlichtingsdienst betreffende de zieke, gewonde, gesneu velde en overleden burgers, en evenzeer betreffende gevangen Engelschen. Deze dienst stond onder leiding van het „Informatie-bureau te Pretoria" met Prof. Dr. Molengraaf! aan het hoofd. Zoo goed en accuraat en systematisch als deze laatste dienst werkte, zoo slordig, ontechnisch en onsystematisch was de eerste dienst ingericht. De beide genoemde takken van dienst werkten geheel afzon derlijk en slechts bij intuïtie was Prof. Dr. Molengraaff er toe gekomen om hetzelfde stelsel te volgen als bij continentale legers in gebruik, n. 1. den inlichtingsdienst deel te doen uitmaken van en te stellen onder de beschermende bepalingen van de eigen lijke Roode Kruis-vereenigingen. Wij zullen de werkingen van het bureau van inlichtingen in een afzonderlijk hoofdstuk behandelen en ons thans bepalen tot;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 16