2 Verpleging. Bij groole patrouilles werd ten hoogste voor 3 dagen vivres bij den man medegenomen. Hiervoor werd door den man zelf gezorgd, onder toezicht der brigadecommandanten. De vivres bij den trein werden door dwangarbeiders of pikol- paarden gedragen. De vrachten der eersten waren 20 KG., en die der laatste 60—80 KG.. Zoowel de vivres, die de troep zelf medenam, als die, welke door den trein gedragen werden, bestonden uit: rijst, ikan ke ring, dengdeng, uien, lombok, assem, zout en koffie, soms ook thee. Yerder ook lampen (per brigade 1 en voor de dwangarbeiders 1 of 2); voor enkele dagen werd de petroleum in vierkante fles- schen, voor langere tochten, bij grooter petroleumverbruik, in blikken medegevoerd. Werden de vivres door paarden gedragen, dan werd gebruik gemaakt van een waterdicht dekkleed. Alleen voor de brigadecommandanten werd jenever mede ge nomen, n.l. 1 borrel per dag. Waren de vivres, die de manschappen zelf gedragen hadden, verbruikt, dan werd, in het bivouak aangekomen, voor 1 of meer dere dagen door de brigadecommandanten een nieuwe voorraad verstrekt. Per dag werden 2 maaltijden gebruikt, één voor den afmarsch [in den regel 7 uur] en één na aankomst in het bivouak. Werd des nachts uitgerukt, dan had het koken in de groote rust plaats en namen de manschappen een weinig eten van den vo- rigen avond mede. Wanneer alle vivres, door den trein medegenomen, uitgedeeld waren, dan werd in de kampong, waar het bivouak betrokken was, roode rijst en ikan kering en in kampongs aan de kust levende visch op bon of tegen betaling gefourageerd. In vijandelijke streken had dit zonder betaling plaats en werden tevens kar bouwen, buffels en gevogelte geschoten of gevangen en aan den troep verstrekt. Het vleesch, zoowel als ikan kering en dengdeng, werd aan stokjes boven het vuur geroosterd, terwijl lombok en bladeren om saijor te maken bijna overal aanwezig waren. (wg). Cambier. i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 212