13
soepgroenten en 4 bollantaarns met 1,5 Liter petroleum dragen,,
en behielp mij verder met de aarden kookgereedschappen van de-
Gajo's, hoewel 4 petroleumblikken voor 4 brigades voldoende was.
Bij den voorgenomen, doch mislukten tocht van uit Balé Sarèl
werd op gelijke wijze gehandeld, evenzoo bij den tocht van uit
Onèng. In September of October 1900 bij mijn tweeden tocht
naar Tangsé werd ik, wat niet voorzien was, 2 dag van mijn
trein gescheiden; de trein was door de bandjirende Kroeëng
Baro te Beungah achtergebleven. Toch werd mijn troep behoor
lijk verpleegd. Vivres en kookgereedschappen werden toen ge-
requireerd.
Natuurlijk was de medegenomen rijst- en vleeschvoorraad on
voldoende, en werd daarin door fourageeringen te éente#!, Isa
en Pegasèng voorzien. Behalve in Kètol, in Doesoen en in Onèng
werd alles betaald, in Balé Sarèl met contant geld, overal elders
met bons, betaalbaar te Lhö Seumawé, Idi, Pantè-Lhong, Peu-
dada, Samalanga, Meulaboh of Tapa Toean. Wanneer ik weel
een tocht naar de Gajolanden maak, zal ik echter een kleine geld
kist met papiergeld (dollars) medenemen, teneinde de bevolking-
de moeite, om het geld in de kuststreken te halen, te besparen.
De bons werden met wantrouwen in ontvangst genomen. Nu
echter op heden (22 Mei) reeds eenige bons zijn ingewisseld en
de betrokken Gajo's hier zooveel mogelijk zijn voortgeholpen,
zullen weldra meerdere bons volgen.
Waar de bevolking gevlucht was, moest uit den aard der
zaak gefourageerd worden. Dit betrof voornamelijk het vleesch
en de rijst.
Door den tocht van de colonne van Daalen wijs geworden, had
de bevolking bijna overal de padi weggevoerd, in den grond, in
de bosschen, in grotten onder rotsblokken, enz. begraven, de
rijstblokken (djeungki's) vernield en wannen (tampah; djièë)
medegevoerd.
Hoe dieper de colonne het land indrong en hoe meer de ma-
rechaussée's de rijst konden ontdekken, des te verder voerde de
bevolking dit voedingsmiddel weg en des te vindingrijker werd
zij in de wijze van verbergen.
Het meeste moeite had de colonne met hare verpleging in
Doesoen en in Onèng.