- 20
Het voorloopig dagelijksch menu, rijst met een stuk gezouten
visch, wat zout, koffie of thee, gedroogde lombok en uien, lijkt
sober, evenwel was het voldoende voor den korten tijd, dat het
behoefde te worden verstrekt.
Daar, waar het aanwezig was, altijd in de bewoonde oorden,
kon versch vleesch ruim worden uitgegeven.
Sajoran behoeft niet te worden medegenomen; overal, zelfs
nu en dan in het bosch, weet de inlander groente van zijn
gading te vinden.
Ondei de hoeveelheid zout was, behalve die benoodigd voor
het bereiden van het eten, ook begrepen die, noodig tot het ver
vaardigen van dengdeng, welk artikel de gezouten visch, nadat
de voorraad daarvan was uitgeput, heeft vervangen.
Gezouten visch is meer naar den smaak van den inlander en
te vei kiezen boven Australisch vleesch of eenige andere vleesch-
consei ve. Daarvan behoeft minder te worden uitgegeven en
kan dus eenzelfde voorraad (in gewicht) langer dienen.
Suiker en jenever werden slechts medegenomen als versna
peringen.
De specerijen bestonden uit gedroogde lombok en ketoembar
djinten, dit laatste eveneens benoodigd voor de dengdengbereiding.
Afgescheiden van den voorraad bij den trein, had elk man,
zoowel militair als koelie, voor twee, soms voor drie dagen vi-
vres bij zich.
Als regel werd aangenomen, dat eerst deze voorraad werd
verbruikt, voordat het bij den trein medegevoerde werd aan
gesproken.
Aanvulling van den voorraad werd verkregen in de kampongs,
naar gelang van de gezindheid van de bevolking door fouragee-
ringen, dan wel door aankoop, hetzij a contant, hetzij tegen
bons. Rijst werd gewoonlijk niet gevonden, althans niet in
voldoende hoeveelheid, daarentegen padi in overvloed, welke
door de dwangarbeiders tot rijst werd verstampt. Gewoonlijk
waien hiermede 40 man belast, die, verdeeld in ploegen van 5
man, gemiddeld dagelijks 300 KG. verkregen. Gebruik werd
gemaakt van de Atjehsche rijstblokken en, waar deze niet in
voldoend aantal aanwezig waren, konden met matten belegde,
jn den grond gemaakte gaten ook dienen.