6
den man heeft echter het nadeel, dat die uitrusting daardoor aan
merkelijk vermeerderd wordt, terwijl ook het hinderlijke van het
medevoeren van zoo'n keteltje, al is de vorm ook handiger, zal
blijven bestaan.
Wellicht zou het dus beter zijn den man te verstrekken een
eetketel van den zelfden vorm als de thans bestaande, doch ver
vaardigd van het metaal van het veldkookgereedschap, bestand
tegen vuur, terwijl het onderblik door een meerdere hoogte van
3 c. M. gebracht kan worden tot den inhoud en het vermogen
van het kookpannetje.
Door verder het bovenblik te voorzien van 2 gaatjes, iets onder
den bovenkant in de lengte-as, en aan dat blik nog toe te voegen
een lossen hengsel van staaldraad, zullen de verschillende deelen
van een zoodanigen eetketel geschikt zijn om tevens als kookge-
reedschap gebruikt te worden en daardoor een afzonderlijk kook-
keteltje kunnen vervallen.
3°. dat het koken door den man zelf, een kookwijze door den
Javaanschen soldaat zeer gewild, voor hem niet de minste bezwa
ren oplevert, omdat rijst en sajor koken hem als kind reeds geleerd
is en hij ook tevens voldoende ervaren is van vleesch of visch
één of ander inlandsch bijgerecht klaar te maken, zoodat oplei
ding in het koken voor hem niet bepaald noodig is; dat het echter
gewenscht is den Europeeschen soldaat meer vertrouwd te maken
met die kookwijze en het bepaald noodig is hem, al zijn er reeds
velen te vinden, die voldoende ervaren in het bereiden van spijzen
zijn, daarin op te leiden en voor te lichten, voornamelijk bij het
bereiden van inlandsche gerechten, als sajor, sambal goreng, roos
teren van droge visch of dengdeng.
Die opleiding kan eenvoudig zijn, zal niet veel tijd eischen en
zou kunnen geschieden met andere diensten te zamen.
4°. dat een troep, voldoende geoefend in het koken door den man
zelf, tevens uitgerust met het benoogdigde klein kookgereedschap
en voorzien van één ration vivres per man, twee dagen op marsch
kan blijven, alvorens aanvulling van vivres noodig te hebben.
Gedurende de proeven werden geen onbruikbaar geworden
vivres afgeschreven, ook vergoeding van meerder verbruikt hout
was niet noodig, omdat de man voor het koken zelf het benoodigde