16
Magersfontein van geneeskundige hulp ontbloot geweest zijn, zelfs
al ware het hen niet gelukt naar Kimberley door te dringen.
Ik ontmoette te Koedoesberg de Duit-sche ambulance onder Dr.
Küttner en wij waren het over de begane dwaasheid eens, zoo
dat wij afspraken om in den vervolge zóó te handelen, dat bij
gevechten op plaatsen, gelegen Noordelijk van het lager van
Cronjé onze ambulance hulp zou bieden, bij de Zuidelijk gelegen
plaatsen zijne ambulance.
Dergelijke episodes maakten alle geneesheeren mede en von
den deze alleen hun oorzaak in het gebrek aan strenge onder
linge samenwerking en in de groote fout der meeste comman
danten [speciaal van Generaal Cronjé], dat zij de ambulances niet
op de hoogte hielden.
Bij het ontzet van Kimberley gebeurde het, dat onze meest
nabij gelegen commando's wegtrokken bijna langs ons huis, zon
der ons te waarschuwen.
Aan dit gebrek moet ook het feit toegeschreven worden, dat
Cronjé te Paardeberg opgesloten werd zonder geneeskundige hulp.
Een zwak punt van dé werkingswijze was verder de slechte
communicatie van het front met de eindpunten van het spoor:
het lager van Cronjé aan de Modderrivier lag 3 a 4 dagen van
Bloemfontein, maar een geregelde transportdienst bestond er niet
en was door gebrek aan voertuigen ook moeielijk in te richten.
Door dit bezwaar en het eerstgenoemde, gebeurde het, dat vele
der veldhospitalen verrast werden door het naderen der En-
gelsche troepen. De aanwezigheid van vele zieken of gebrek
aan transportmiddelen maakte dan, dat de ambulances de com
mando's niet konden volgen.
Dit overkwam de Tweede Hollandsche ambulance te Potgieters
farm en later bij Christianiade Nederlandsch-Indische ambulance
te Magersfontein, Petrusburg en Brandfarm; en verder nog ver
schillende, ja bijna alle ambulances.
Met opzet liep ik bij deze beschouwingen het relaas onzer
wederwaardigheden verre en verre vooruit, omdat het er mij
om te doen was, aan te toonen, hoe zonder bepaald onderling
overleg er toch eene iverkingswijze dezer vrijwillige ziekenverpleging