A. KEUZE VAN HET MITRAILLEUR8TELSEL. I. Algemeen denkbeelddat aan de automatische veldmitraü- leurs ten grondslag ligt. Het denkbeeld, dat aan de mitrailleurs ten grondslag ligt, bijna even oud als de uitvinding der vuurwapenen zelve, werd in vroegere eeuwen reeds meermalen in verschillende typen van vuurwapenen belichaamd, doch altijd in zoo gebrekkigen vorm, dat hun verschijning onder het artilleriematerieel nimmer een blijvend karakter droeg 1). Van een verwezenlijking van dat denkbeeld althans geschikt voor oorlogsgebruik kon eerst sprake zijn, nadat met toepas sing van de kulaslading (het achterlaadsysteem) de metalen éénheidspatroon in gebruik was gekomen. Eigenaardig mag het zeker genoemd worden, dat de uitvinding der achterlaadvuurwapenen niet alleen de constructie van meer voor oorlogsgebruik geschikte mitrailleurs mogelijk maakte, maar tevens de toenschelijkheidom niet te spreken van noodzakelijk heid, van het bezit van dergelijke vuurwapenen in het leven riep en hun voorgoed een zeer bepaalde bestemming onder de strijdmiddelen te land aanwees. De grootere vuurkracht toch der achterlaadgeweren tegenover de geringe waarde van het kartetsschot uit de getrokken vuur monden deed, overal waar voor een hardnekkige verdediging, tot het tegengaan van overvallingen of stormenderhandsche aan- 1) Men denke hierbij slechts aan de »sehietorgels", in Duitschland ook wel ïEgel-kanonen" genaamd, en de sRibaudequins", uit het laatst der XI Ve en de XVe eeuw; de meerloopige snelvuurwapenen uit de eerste helft derXVlIIe eeuw en de nog in den oorlog 186364 door de Denen gebruikte »Espingols" (meerloopige schrootvuurwapenen).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 259