14
geen aanbeveling, omdat daardoor geen voldoende, of lie
ver geen voldoend snelle, afkoeling van den loop is te ver
krijgen. Eenigszins begrijpelijk wordt dit reeds als men
nagaat, dat, blijkens een te Meester-Cornelis gedane waar
neming, de temperatuur van een aan de zonblootgestelden
mitrailleurloop, waarbij dit stelsel was toegepast (Hotch-
kiss), inwendig 40° C. en uitwendig 46° C. bedroeg, terwijl
bij een door een met water gevulden metalen mantel om
geven mitrailleurloop (Maxim) die temperatuur in- en
uitwendig 41° C. was. Daarentegen is het zeer goed
denkbaar, dat bij een gebruik in het Europeesche hoog
gebergte (Alpentroepen) door toepassing van het systeem
van warmteuitstraling zeer voldoende resultaten voor
loopafkoeling worden verkregen.
Yoor Indië is men dus genoodzaakt van de water-
afkoeling gebruik te maken, waarbij de toepassing van
een metalen watermantel om den loop, om haar een
voud, de meeste aanbeveling verdient. Wel is waar
zijn aan dit stelsel van loopafkoeling tactische bezwaren
verbonden, maar welbeschouwd zijn deze niet zooveel
grooter dan die aan het stelsel der luch taf koeling eigen.
Men bedenke toch, dat voor het hanteeren van een mi
trailleur, waarvan de loop gloeiend is geschoten 1), vrij
zware, lederen, met asbest en messingplaat gevoerde,
foedralen noodig zijn.
Bij een mitrailleur met watermantel kan de uitwen
dige temperatuur van den mantel hoogstens 100° C. be
dragen, bij welken warmtegraad, bij het gebruik van een
asbesten handschoen, de mitrailleur zonder bezwaar bij
den mantel kan worden aangevat, terwijl bovendien, door
aanvulling van het water in den mantel, de temperatuur
van den laatste kan worden verlaagd.
Yoorts dienden bij toepassing van de waterafkoeling
de vragen beantwoord te worden:
le. of de hoeveelheid water in den mantel voldoende is om,
in verband met den sub 3 gestelden eisch, de afkoeling
van den loop te verzekeren;
1) Bij den Hotchkiss- mitrailleur na 900 schoten.