20 het beeldschieten aangewezen schutters geruimen tijd van te' voren daarin te oefenen en hen aldus daarvoor speciaal op te leiden. De proeven werden genomen met in Nederland geconfectio neerde munitie gemerkt: N°. 1. S. 999 R en omvatten: 1'. Het onderzoek naar het ballistisch vermogen der mitrailleurs. 2e. Het onderzoek naar de bruikbaarheid der mitrailleurs als- oorlogswapen. 3e. Het onderzoek naar de bruikbaarheid van elk der stelsels- in het bijzonder als veldmitrailleur, toegevoegd aan infanterie en cavalerie. 4'. De vergelijking van de gebezigde affuiten, inzonderheid met betrekking tot hunne bruikbaarheid in verschillende ter reinen. 5'. Het onderzoek naar de bruikbaarheid en de wijze van ge bruik der munitie, zoo scherpe als losse, van het geweer M. 95 bij de drie stelsels. 6e. Een vergelijking van de aanschafflngskosten van het mate rieel van de drie ter beproeving uitgezonden stelsels. 1. Het onderzoek naar het ballistisch vermogen der mitrailleurs.. Dit onderzoek bestond in a. Het meten van snelheden. b. Het meten van trillingshoeken. c. Het nagaan van de spreiding der schoten en van de dracht der mitrailleurs. d. Het bepalen van de benoodigde opzethoogten. e. Het nagaan der vuursnelheid. f. Het nagaan van de mogelijkheid tot vuren onder groote elevatie en declinatie, alsmede bij scheeven stand van den drievoet. g. Het nagaan van de mogelijkheid tot „strooien". Het onderzoek naar het ballistisch vermogen werd voorafge gaan en gevolgd door een nauwkeurig onderzoek aan de Geweer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 278