31
Afstand
Hotchkiss.
Maxim.
Geweer.
Karabijn.
in
B.S.óo
M.
inc.M.
inc.M.
in c.M.
ine M.
inc.M.
ine M.
inc.M.
inc.M.
100
7
6
5
5
25
20
25
20
200
15
13
10
11
45
35
45
40
300
23
19
15
17
60
50
60
65
400
31
27
21
22
75
70
80
90
500
39
34
27
28
90
90
100
'115
600
47
43
34
34
105
110
125
150
700
56
51
41
40
125
135
155
185
800
66
61
48
47
145
160
185
220
900
76
72
57
53
170
190
225
265
1000
89
83
67
60
200
225
270
315
Men zij bij de beschouwing van bovenstaand overzicht indach
tig, dat de bundel van goede geweer- en karabijnschutters alleen
onder de gunstigste omstandigheden zulke geringe afmetingen
heeft, terwijl de mitrailleur slechts eischt, dat, bij een vasten
stand van den drievoet, de stelschroef en de strooiinrichting be
hoorlijk zijn vastgezet, om onder alle omstandigheden uitge
zonderd rukwinden e. d. die kleine spreiding op te leveren,
m. a. w. dat bovenstaande cijfers voor den mitrailleur ook de
gevechtsspreiding aangeven.
Ten slotte moge hier nog een opgave volgen van de 50% sprei
ding der diepte- 1) en breedtespreiding van den mitrailleur,
vergeleken bij die van den bundel van goede en slechte geweer-
schutters op de afstanden, waarop gewoonlijk uit de horizontale
trefferruimte van een doel de trefkans daarop berekend wordt:
H.S.50
B.S.50
H.S.50
B.S-50
H.S.50
H.S.50
B.S.50
1) Bij de berekening der 50 °/o dieptespreiding is uitgegaan van de sub b
verkondigde stelling, dat de kogelbaan bij Hotchkiss- en Maxim-mitrailleur zeer
weinig zal verschillen van die bij het geweer M. 95, derhalve de invalshoeken,
behoorende bij dezelfde drachten, gelijk gesteld mogen worden.