- 40
hoogte- en zijdelingsche richting worden gegeven en tevens
hoe daarbij de spreiding kunstmatig kan worden vergroot door
het zg. „strooien".
Bij het laatste kan hij den Hotchkiss-mitraiileur en bij den
Maxim-mitrailleur op drievoet de breedtestrooiing binnen bepaalde
grenzen beperkt worden en zelfs geheel worden opgeheven.
Bij den Skoda-mitrailleur moet de breedtestrooiing geheel door
den schutter met behulp van den schouder worden bestuurd, ter
wijl bij den Maxim-mitrailleur op sledeaffuit de breedtestrooiing
niet gedeeltelijk beperkt, doch alleen opgeheven kan worden.
Wat de hoogtestrooiing betreft, deze kan alleen bij het
Hotchkiss- en het Maxim-stelsel geheel worden opgeheven. "Voorts
moet de schutter de hoogtestrooiing bij den Hotchkiss- en den
Skoda-mitrailleur met den schouder besturen, waarbij hij, zooals
boven gezegd, bij den laatste tevens voor de breedtestrooiing
moet zorgen. Bij den Maxim-mitrailleur kan de hoogtestrooiing
door middel van de stelschroef worden verkregen.
Tot welke grenzen verder de grootste beweging der stel- en
strooiinrichting bij de drie stelsels beperkt is kan uit neven
staand overzicht blijken.
Bovendien kan bij den Hotchkiss-mitraiileur en bij den Maxim-
mitrailleur op drievoet dezelfde toestand in het leven geroepen
worden als bij den Skoda-mitrailleur bestaat, door de stelinrich-
ting los te koppelen van den mitrailleurhierbij is het strooien
bij den Maxim-mitrailleur echter zeer bezwaarlijk.
Zooals reeds hiervoren vermeld, werd het onderzoek naar het
ballistisch vermogen voorafgegaan en gevolgd door een nauw
keurige opmeting van het inwendige van den loop en het ne
men van zwavelafdrukken van de kamer der voor de schietoe
feningen gebezigde mitrailleurs.
De resultaten dier opmetingen zijn in het overzicht cp blz. 42
opgenomendat de geconstateerde vormveranderingen, die het in
wendige van den loop heeft ondergaan, geen invloed van beteeke-
nis hadden op aanvankelijke snelheid en spreiding is reeds gemeld.