60 men, die, naar gelang van den hellingshoek van het talud waarop de mitrailleur geplaatst is, een gedeelte van een hyperbool, pa rabool of ellips uitmaakt en waarvan de holle zijde naar beneden gekeerd is. Bij horizontale opstellingsplaats zal bij het vuren onder groote declinatie zich hetzelfde geval voordoen, terwijl bij het vuren onder groote elevatie een soortgelijke kromme gevormd wordt, doch natuurlijk met de holle zijde naar boven. Volledigheidshalve zij hierbij nog aangeteekend, dat, zelfs al vormen aslijn en verticale draaiingsas van den mitrailleur een rechten hoek, op zeer breede doelen wiskunstig nog niet volgens een rechte lijn kan worden gestrooid, omdat de afstand tot de vleugels grooter zal zijn dan die tot het midden van het doel en dus aan de vleugels de kogels lager zullen treffen dan in het midden. Brengt men dit in verband met het hierboven gezegde, dan volgt er uit, dat bij hellende opstellingsplaats of vuren onder declinatie beide oorzaken samenwerken, daarentegen bij vuren onder elevatie de invloeden elkander tegenwerken. Dat de laatste invloed echter bijzonder gering is, behoeft geen betoog. Uit een en ander blijkt tevens, dat eene groote strooiingshoek geen nut heeft en men met éénzelfden mitrailleur geen te breed doel onder vuur moet nemen, tenzij de afstand zoodanig is, dat de kogelbaan nog geheel bestrijkend is voor de doelhoogte. Het bovenstaande geldt uit den aard der zaak ook voor den Maxim-mitrailleur en voor den Hotchkiss-mitrailleur op den drie voet in den hoogsten stand, zij het ook in mindere mate, omdat deze niet opgesteld kunnen worden op zulke steile hellingen als de Skoda-mitrailleur en de strooiingshoek veel geringer is. Daar de draaiingsas van den Hotchkiss-drievoet, wanneer hij in den laagsten stand staat, een bijna rechten hoek vormt met de voorpooten, zal de hoek, gevormd door draaiingsas en aslijn ook slechts weinig van 90° verschillen, mits men zorgt, dat de voorpooten in de richting van het doel wijzen, hetgeen gemak kelijk kan geschieden, omdat zij, zooals boven gezegd, veelal op de dekking zullen liggen. Hierdoor toch zal het hoogergenoemde gedeelte van de kromme, door de kern van den bundel gevormd, bijna recht zijn en zulks te meer, omdat de strooiingshoek zeer klein is, nl. 3° 26'.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 318