69
le. Wordt door het bij dezen mitrailleur toegepast systeem
van „luchtafkoeling" 1) geen voldoend snelle afkoeling van den
'loop verkregen, ten gevolge waarvan het vuur ver mojen van den
mitrailleur voor veM-gebruik onvoldoende is.
2e. Is het uit het achtereinde van den mitrailleur ontsnap
pende buskruitgas hinderlijk voor den richter.
3e. Is de groote lengte van den mitrailleur een bezwaar bij
het vervoer op draagpaarden, vooral bij de cavalerie.
4e. Zijn de oorzaken van haperingen minder spoedig te
ontdekken en zijn enkele der meest voorkomende vuurstoringen
minder gemakkelijk te verhelpen dan bij den Maxim-mitrailleur.
5e. Is het mechanisme minder dan bij den Maxim beschermd
stegen verontreiniging, uitwendig door stof en inwendig door
buskruitgas.
6e. Werkt het mechanisme zeer heftig, ten gevolge waar
van sterk geharde slotdeelen licht kunnen scheuren.
7e. Levert de noodzakelijkheid van het gebruik van foedralen,
om aan de sub 1 en 5 genoemde nadeelen te gemoet te komen,
uit een tactisch oogpunt bezwaar op.
Als constructieve gebrekenwelke niet onmiddellijk het stelsel
zelve betreffen, moeten worden aangemerkt:
l6. de ondoelmatige harding van de slagpin (zie blz. 45);
2e. de in het verslag der beproeving vermelde gebreken aan
de stel-en strooiinrichting
3e. het gemis aan een inrichting (rookscherm, rookkap) om
den richter tegen de uit het achtereinde van den mitrailleur
ontwijkende buskruitgassen behoorlijk te beschermen;
4e. het niet volkomen voldoen aan den eisch, dat de ge
lijknamige onderdeelen onderling verwisselbaar moeten zijn.
Toetst men hetgeen hierboven omtrent den Hotchkiss-mi-
trailleur in het kort werd samengevat aan de in Hoofdstuk II
gestelde eischen, dan is het duidelijk, dat ook dit stelsel niet
voor invoering bij het Nederlandsch-Indische leger in aanmerking
kan worden gebracht.
De onvoldoende afkoeling van den loop tijdens het snelvuur
is evenwel de hoofdreden, waarom dit mitrailleurtype voor
gebruik als veZd-mitrailleur in Indië niet geschikt is.
1) Zie Hoofdstuk II ad 4'„