74 doeld, als in Zwitserland met het aanbrengen van de op blz. 49 besproken „Egalisirfeder" aan de laadgoot der Maxim-mi- trailleurs werd beoogd. Aangezien de commissie niet kan beoordeelen in hoeverre op deze wijze kan worden te gemoet gekomen aan het bezwaar van het minder vastzitten der patronen in reeds herhaaldelijk gebruikte banden, acht zij het gewenscht, dat bij eene even- tueele bestelling van Maxim-mitrailleurs slechts de aandacht van den fabrikant op deze voorziening worde gevestigd en aan hem het al of niet aanbrengen van een inrichting als hierboven bedoeld wordt overgelaten. 2. Aan den drievoet, a. Vuur hoog ten. Gelet op het groote voordeel, dat de Hotchkiss-drievoet boven den Maxim-drievoet bezit in de twee vuurhoogten die hij toe laat, acht de commissie het een bepaalden eisch, dat voor den in te voeren Maxim-mitrailleur een nieuw model drievoet worde geconstrueerd, waarbij op overeenkomstige wijze als bij den Hotchkiss-drievoet een vuurhoogte van 0.80 M. en 0.40 M. mo gelijk is; waarschijnlijk zal de fabrikant wel in staat zijn zulk een drievoet te construeeren. b. Medevoeren van een reserveslot aan den drievoet. De onmiddellijke en steeds verzekerde nabijheid bij het stuk van een reserveslot voor den Maxim-mitrailleur acht de com missie (evenals de fabrikant, blijkens de aangebrachte bergruimte voor 2 ploten aan de sledealfuit) van zoo groot voordeel, dat zij aan den drievoet eveneens eene bergruimte voor een reserveslot wenscht aangebracht te zien. Waarschijnlijk zal dit mogelijk zijn door het aanbrengen van een taschje onder de zitplaats (zadel) van den richter. c. Stel- en Strooiinrichting Zooals uit het verslag der schietproeven reeds gebleken is, voldoet de inrichting van het strooien en het geven van de hoogterichting niet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 332