78
gegeven en voorts zooals stilzwijgend mag worden aangeno
men—voor een behoorlijke maskeering van de gronddekking
wordt zorg gedragen, bij een verdedigende stelling die schilden
eerder een middel bieden om de mitrailleurs meer aan het
gezicht van den vijand te onttrekken dan omgekeerd.
Bij een aanvallend optreden in terrein dat geen gezichtsdek
king biedt en waarbij dus de laagste vuurstand van den drie
voet zal worden gebezigd, zullen de zich slechts weinig meer
dan de liggende hedieningsmanschappen boven den grond ver
heffende schilden, zoo zij al de zichtbaarheid van het geheel ver
meerderen, dit toch in zoo geringe mate doen, dat het voordeel
van de meerdere dekking daar ruimschoots tegen opweegt 1).
2e. Onvoldoende dekking van de schilden tegen schuin vuur.
Aan de bewering, dat de tegenpartij door zg. „schuin vuur"
zal trachten de achter de schilden gedekte richters te treffen,
meent de commissie geen groote waarde te moeten toekennen.
Om dit te verkrijgen, moet de vijandelijke infanterie haar vuur
afgeven niet op den vijand recht tegenover zichmaar op een
aanmerkelijk meer zijwaarts gelegen punt, hetgeen wel aange
nomen mag worden practisch onuitvoerbaar te zijn.
Yoor zoover aan den richter ook tegen schuin vuur dekking-
is te verschaffen, zal alleen met toevalstreffers en de juistheids-
schoten van doelverkenners (éclaireurs) rekening moeten worden
gehouden.
Dit laatste nu acht de commissie gelet op de groote betee-
kenis, welke het voor de uitwerking van het mitrailleurvuur
heeft, om voor den richter het gevaar van getroffen te worden
zooveel mogelijk te verminderen wel gewenscht.
Door het aanbrengen van kleine, achterwaarts omgebogen
zijstukken kan hierin worden voorzien.
1) Omtrent de in den 7,uid-Afrikaanschen oorlog bij het automatisch Ma-
xim-geschut gebezigde schilden wordt door den overste V. Lindenau vermeld,
dat het nadeel van vermeerdering der zichtbaarheid van het geschut zich aan
de Boeren-zijde zeer weinig deed gevoelen. De hierbedoelde schilden waren
groote (zg. heele) schilden.
Beiheft zum Militar Wochenbl. 1902, Heft 5. blz. 138.