79
3'. Nadeelige invloed van de schilden op het moreel
van de richters.
Een algemeen nadeel van het gebruik maken van dekking
■onder het vijandelijk vuur is ongetwijfeld, dat een krachtdadige
aandrijving noodig is, om den man zijn veilige opstelling te
■doen verlaten.
Dat echter de schilden er toe zullen bijdragen die demora-
liseerende werking welke zich bij de mitrailleurs in mindere
mate dan bij de infanterie zal doen gevoelen te verhoogen,
valt zeer te betwijfelen.
Ook zonder schilden zal het streven naar zoo goed mogelijke
■dekking, hetzij een natuurlijke of kunstmatige, steeds geboden zijn.
4e. Gewichtsvermeerdering
Ontegenzeggelijk is de gewichtsvermeerdering van het ma
terieel ten gevolge van het medevoeren van schilden een niet
gering nadeel.
Bij de toepassing van kleine schilden, op de wijze zooals de
commissie zich die voorstelt, wordt dit nadeel echter tot de
kleinste verhouding teruggebracht.
Uit eenige van bordpapier vervaardigde modellen kon een
denkbeeld gevormd worden van de voor die schilden vereischte
afmetingen. De aldus verkregen gegevens wettigen de ver
wachting, dat de door de commissie voorgestelde schilden bin
nen zoodanige gewichtsgrens zullen zijn te vervaardigen, dat
daarvan twee stuks op één draagpaard kunnen worden geladen
■en bijgevolg de vermeerdering van het aantal draagpaarden
voor het medevoeren van de schilden zich tot een 4tal per
compagnie van 8 Maxims zal bepalen.
Wat de metaaldikte der schilden betreft, woidt algemeen
aangenomen, dat chroomst alen platen van 3 m.M. dikte volkomen
beschermen tegen looden G-.K.T. kogels en, boven den af
stand van 300 M., ook voldoende dekking opleveren tegen de
hedendaagsche geweerprojectielen.
In verband echter met het streven, om door het bezigen van
stalen vulkogels de G.K.T. van het tegenwoordig algemeen
in gebruik zijnde type van veldgeschut ook voldoende uitwer-