94 „Ook wij", schrijft deze, „zoeken, zooais ge weet, een mitrailleur „en zouden die gaarne van hetzelfde stelsel hebben als de uwe „(Maxim). Maar wij stellen daarbij als eisch, het gebruik van de „munitie van het Lebel-geweer. Nu heeft echter het rookzwakke „kruit van onze geweerpatronen een zoo progressieve werking „en veroorzaakt het een zoo geringen terugstoot, dat deze laatste „ternauwernood het repeteermechanisme in werking kan brengen. „De werking van het wapen is derhalve niet voldoende ver zekerd en het schijnt, dat deze moeilijkheid de oorzaak is „van de vertraging, welke de proeven ondervinden". In de overige Europeesche staten verkeert het mitrailleur- vraagstuk nog in het stadium van onderzoek. In Oostenrijk en Italië zijn proefafdeelingen georganiseerd, welke voornamelijk voor het gebruik in bergterrein zijn uitge rust en waarbij de vervoerwijze op draagdieren toepassing vindt. In Oostenrijk worden daarbij thans ook Maxim-mitrailleurs in beproeving genomen. De beide in den aanvang van 1902 bij het Japansche leger ingevoerde mitrailleurafdeelingen dragen mede nog het karak ter van proeforganisatiën. Een er van is met Hastings- en de andere met Maxim-mitrailleurs bewapend. De mitrailleurafdeelingen, samengesteld uit 6 mitrailleurs, zijn elk aan een infanteriedivisie toegevoegd, wier commandanten over hun tactisch gebruik te velde de rechtstreeksche beschik king hebben. De organisatie laat de indeeling van mitrailleursectiën (2 mitrailleurs) bij kleinere detachementen, welke een zelfstandige gevechtstaak hebben, toe. Hoewel het bericht, waaraan het bovenstaande werd ontleend 1), niets omtrent de vervoerwijze vermeldt, blijkt uit hetgeen om trent de voorschriften voor hun tactisch gebruik wordt aange- teekend, dat de organisatie zoowel het gebruik als hulpwapen der cavalerie, als voor de infanterie toelaat. Uit het hierboven gegeven overzicht van de wijze, waarop de veldmitrailleurs bij de buitenlandsche legers zijn ingevoerd, blijkt, i) United Service Magazine, April 1902, blz. 99

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 352