97 van den aanval of tot het opnemen van de eigen cavalerie, als deze teruggeslagen wordt. De stelling, dat door de toevoeging van bereden mitrailleur- afdeelingen de cavalerie ontheven zoude worden van het gevecht te voet, is dan ook alleen maar juist voor zoover het defensief betreft. Bij den strategischen ophelderingsdienst zal echter een defensief optreden van cavalerie veelvuldiger toepassing vinden bij den stra tegischen verdediger en dan nog altijd meer, naarmate de vijande lijke cavalerie meer overmachtig en het operatietooneel, ten gevolge van de terreingesteldheid en de bedekking, rijker is aan défilé s. Neemt men dit alles in aanmerking, dan is het duidelijk, waarom het Zwitsersche leger een naar verhouding sterkere macht aan mitrailleurs heeft dan het Duitsche. Evenwel mag niet uit het oog worden verloren, dat, aangezien de mitrailleurs altijd een hulpwapen moeten blijven, ook voor de verhouding tusschen de sterkte aan cavalerie en aan mitrailleurafdeelingen grenzen zijn, welke niet mogen worden overschreden, wil de eerste niet haar cavaleristisch karakter inboeten en ontaarden in een dekking van haar mitrailleurs. Ook in dit opzicht moet geacht worden, dat in de Zwitser sche organisatie, welke één compagnie bereden mitrailleurs van 8 Maxim's per cavaleriebrigade telt, de juiste grens is getrokken. Teekenend voor hetgeen hierboven werd gezegd omtrent de beteekenis van de veldmitrailleurs voor de groote Europeesche legers is wel, dat in het Duitsche leger, niettegenstaande bij hun organisatie en uitrusting op een gebruik als hulpwapen der infanterie is gerekend en de voorschriften voor het tactisch gebruik de rol, welke die mitrailleurs als zoodanig in den strijd der verbonden wapens hebben te vervullen, uitvoerig aangeven, in de practijk, i. c. de in de laatste jaren gehouden groote ma noeuvres, de mitrailleurs bijna uitsluitend als hulpwapen voor de cavalerie zijn gebezigd. Of het in verband hiermede een gelukkige oplossing mag worden genoemd, dat aan de Duitsche mitrailleurorganisatie een overwegend infanteriekarakter is gegeven 1), moet worden betwijfeld. Niet de aan de cavalerie toegevoegde infanterie (jagerbataljons) 1) Zie blz. 93. 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 355