98
behoeft den steun van mitrailleurs, maar de ophelderende cava
lerie zelve en wel om haar minder afhankelijk te maken van de
haar volgende infanterie.
Toen bij de keizermanoeuvres in 1901, in afwijking van vorige
jaren, de mitrailleurafdeelingen minder aan de infanterie gebon
den werden, bleek dan ook hoe door deze meerdere zelfstandig
heid de werkzaamheid der mitrailleurafdeelingen reeds aanmer
kelijk werd verhoogd.
Een meerdere toenadering in de organisatie en indeeling tot
de cavalerie kan dan ook in de toekomst worden verwacht 1).
Alleen door een scherpe afscheiding tusschen infanterie- en
cavaleriemitrailleurs, door recruteering uit en opleiding en in
deeling bij het wapen waaraan zij in oorlogstijd zullen worden
toegevoegd, kan bereikt worden, dat de mitrailleurs daarvan
een zoo integreerend deel vormen, als voor een innige samen
werking wordt vereischt.
Uit de Duitsche organisatie valt echter te leeren, dat, waar
men met één enkele organisatie wenscht te volstaan, deze niet
tot infanterie- maar tot cavaleriemitrailleurs moet leiden.
3. Beteekenis van de mitrailleurs voor het veldleger op Java.
a. Infanteriemitrailleurs.
Ook voor het Nederlandsch-Indische leger wordt het karakter
der in te voeren mitrailleurorganisatiën beheerscht door het
antwoord op de vraag, wat men van dit wapen voor het leger
verwacht. Dit antwoord is niet moeilijk te geven, als men
den toestand in aanmerking neemt, waarin het veldleger, zoo
wel wat betreft de getalsterkte als de elementen waaruit het
is samengesteld, zal zijn geplaatst bij de verdediging der ko
loniën tegen een aanranding van buiten.
Daar uitbreiding van de legersterkte, ten gevolge van de
moeilijke en kostbare aanvulling van het Europeesche element,
steeds op ernstige bezwaren zal stuiten en de militaire waarde
van onze inlandsche soldaten wel altijd zal blijven beneden die
van onze eventueele tegenstanders, ligt het voor de hand, dat,
1) In von Löbell's Jahresberiehte 1901 wordt de vredesindeeling bij infan
terie of cavalerie nog een open vraag genoemd.