99 indien de mitrailleurs een middel bieden om de gevechtskracht van het leger en in het bijzonder die der infanterie en ca valerie voor den strijd tegen een buitenlandschen vijand te verhoogen, deze wapenen vooral voor het Indische leger een hooge beteekenis hebben. Wat de infanterie betreft is dit buiten eenigen twijfel het geval. In de verschillende phasen van den strijd, welke het veld leger bij het tegengaan van een aanranding van buiten zal hebben te voeren, nl. de kustbewaking; het afweren van een landing; den strijd in het voor troepenbeweging moeilijke terrein nabij de kust; de verdediging onzer hoofdplaatsen den overgang tot en de voortgezette verdediging zelve in het bergachtige binnenland, zullen, ten gevolge van de gesteldheid van het oorlogstooneel, de accesverdediging en de handelingen van den kleinen oorlog een groote rol spelen, waarbij uit den aard der zaak, meer nog dan anders, de infanterieverdediging hoofdzaak zal zijn. Deze oorlogshandelingen omvatten tevens het gebied van de meest volkomen benutting van de karakteristieke eigenschappen der automatische mitrailleurs. Bij de accesverdediging in vlak terrein zal hun groote vuur kracht bij geringe opstellingsruimte, bij die in bergterrein mede hun gemakkelijke verplaatsbaarheid, en bij de handelingen van den kleinen oorlog hun vermogen om kleine infanterieafdee- lingen door elk terrein te volgen en hun geschiktheid voor een vuurovervalling op een voor de bereiking van het gevechtsdoel beslissende wijze kunnen worden benut. Waar het veldleger in grootere verbanden en in meer of minder voorbereide stellingen de verdediging zal voeren, kan mede door de mitrailleurs, als hulpwapen voor de infanterie gebezigd, een belang rijke krachtsvermeerdering aan de verdediging worden geschon ken, om den aanvaller reeds op grooten afstand tot ontwikkeling- te dwingen, tot verrassend ingrijpen met zeer werkzaam snel vuur als zich op de middelbare geweervuurafstanden groote

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 357